– Anthems en aanverwante:

Patroonheiligen, emblemen en symbolen, hier houdt het niet op: er is nog zoiets als het volkslied. De meesten onder ons kennen wel “God save the Queen” als het nationaal lied voor het Verenigd Koninkrijk. Je krijgt er echter, als je de geschiedenis bestudeert, een massa tegenstrijdige informatie over. Om te beginnen weet eigenlijk niemand wie het componeerde, “God save the King” was wel een nachtwachtwoord vanaf 1545 in het Engelse leger tijdens opdrachten. De eerste echte versie kwam er in 1745, nadat Koning George II Bonnie Prince Charlie, een Schot die de troon begeerde, had verslagen. In het begin van de 19de eeuw werd het populair en een onofficieel volkslied. Het rare is dat geen enkele wet in het Parlement of Royal Proclamation het op papier heeft gezet als officieel.

Voor de melodie heeft men verschillende theorieën, die gaan van Purcell tot Haydn. Er zijn zelfs versies met meer dan drie verzen. De ‘drie-verzen-versie’ is de huidige tendens tijdens het spelen op evenementen en ceremonies. Heel wat componisten hebben de toon ook gebruikt in hun oeuvre. Veel landen uit het Gemenebest (Commonwealth) gebruiken het volledig of deels als hun volkslied.

Logisch is ook dat naargelang het geslacht van de vorst er wordt gewisseld tussen “God save the King” & “God save the Queen”. Ook te noteren: je zal de vorst nooit zien meezingen. Je kan moeilijk over je eigen persoon zingen!

Om het nog ingewikkelder te maken, zijn er nog enkele songs die enorm met Groot-Brittannië worden geassocieerd.

Heel populair en bijna door het leven gaande als semi-Britse volksliederen zijn “Land of Hope & Glory”; ”Rule Britannia” en zelfs het in de oorlog tegen Napoleon geschreven gedicht van William Blake “Jerusalem”. Een zekere Parry zette er muziek bij in 1916 en het wordt vooral gebruikt in zowel kerkdiensten, als op rugbymatchen, cricketmatchen of bij de echte Last Night of the Proms.

“Land of Hope & Glory” hoor je vooral bij sportevenementen waar Engeland afzonderlijk deelneemt, zoals bv. The Commonwealth Games – vooral om verwarring uit te sluiten.

Schotland, als constitutionele natie van het Verenigd Koninkrijk, heeft officieel geen eigen volkslied, maar verschillende songs dingen naar de onofficiële titel als nationaal lied. Het populairste is een redelijk recent lied: “Flower of Scotland”, ontstaan in 1965 en voor het eerst gebruikt tijdens een rugbyinterland in 1974, toen gezongen door de nationale ploeg. Ze wonnen toen een zeer belangrijke wedstrijd en de song werd als een gunstig voorteken beschouwd. In 2010 verving het zelfs de grote concurrent “Scotland the Brave” op de Gemenebestspelen. Dit lied komt vooral tot zijn recht als het met de doedelzak wordt gespeeld, terwijl “Flower of Scotland” totaal niet op dit instrument kan worden gespeeld.

Wales, ook een constitutionele natie, maakt vooral gebruik van het lied “Land of my Fathers”. Dit lied gaat terug tot in 1856. Het is vooral indrukwekkend te horen wanneer Wales thuis speelt bij een rugbyinterland. ‘Thuis’ is dan het Nationaal Stadion in Cardiff, tot de nok gevuld met meer dan 50.000 enthousiaste ‘thuissupporters’. Het lied klinkt vooral indrukwekkend als ze het, zoals ze meestal doen, volledig in het Welsh zingen. Het heet dan “Hen Wlad Fy Nhadau”.

Buitenbeentje Noord-Ierland heeft een eigen lied “A Londonderry Air”, een onofficieel lied, gebruikt wanneer Noord-Ierland apart meedoet aan bv. de Gemenebestspelen.

Een uitzondering is er nog wanneer bij rare gelegenheden Noord-Ierland en de Ierse republiek een team vormen, bv. bij rugbyinterlands als het zeslandentornooi. Voor dit evenement speelt men dan het lied “Ireland’s Call”.