De Lutyens connectie rond Zillebeke

In 1917 zocht Fabian Ware, de stichter van de CWGC (Commonwealth War Graves Commission), architecten voor het gigantische project ‘het oprichten van begraafplaatsen en monumenten voor de militaire slachtoffers van Wereldoorlog I’. Hij kon vier grote namen strikken: Sir Herbert Baker (de man achter Tyne Cot te Passendaele), Sir Reginald Blomfield (creatieveling van o. a. de Meense Poort te Ieper), Charles Holden (ook verantwoordelijk voor vele stations van de Londense metro uit de jaren dertig) en Sir Edwin Lutyens. Ieder had zijn eigen stijl en je kan die vooral terugvinden in de vorm van de toegangspoortjes en schuilhuisjes op de diverse begraafplaatsen.

Lutyens (1869-1944) had over het Kanaal al veel faam verworven met de bouw van riante landhuizen. Vooral zijn samenwerking met tuin- en landschapspecialist Gertrude Jekyll was een succes. De opdracht voor het CWGC was ook een zegen voor hem, vermits op het einde van Wereldoorlog I het normaal was dat de vraag naar grote landhuizen in duizelingwekkend verval was.

Lutyens’ stijl was vooral geïnspireerd door de “Arts & Crafts Movement” (Morris en volgelingen).

 

Hij verweefde er ideeën in uit de Tudor, Georgian en Queen Ann periode en ontwierp 140 begraafplaatsen in Noord-Frankrijk en de Westhoek. Ze verschillen alle in grootte, vorm en uitlijning. Veel aandacht is er voor de positie in het landschap en er is een enorme variatie aan heesters, struiken en planten in een zee van groen. Later ontwierp hij ook het Cenotaph Monument in Londen en verschillende overheidsgebouwen in New Delhi, hier vooral met invloeden van Griekse en Romeinse architectuur.

Onlangs vond ik een Engelstalig boek uit 2010 van een Nederlandse architect, die er een studie van 10 jaar had opzitten over de 140 begraafplaatsen van Lutyens. “Jeroen Geurst – Cemeteries of the Great War by Sir Edwin Lutyens” is een accuraat, gedetailleerd en lijvig boek over de geschiedenis van de ontwerpen en een beschrijving van alle 140 plaatsen.

Voor een dagtrip vonden we een bezoek aan enkele CWGC begraafplaatsen, door Lutyens ontworpen, in de omgeving van Zillebeke en een gezellig etentje in “de Steene Haene” – de mooie hoeve aan de Komenseweg 21 te Zillebeke, een geslaagde combinatie. Dit restaurant kwamen we vroeger al eens op onze route tegen en de bediening en kwaliteit zijn nog steeds top. Aanrader: de ‘slibtongetjes’ of de ‘varkenswangetjes’ van chef-kok Wouter Beuselinck. Je kan er ook genieten op het tuinterras en de prijzen zijn echt economisch.

Ideaal is na de maaltijd de straat over te steken naar de Railway Dugouts Burial Ground CWGC, gelegen naast de oude Pollepelhoeve. De naam komt van de omliggende vooruitgeschoven verbandplaatsen (de ADS of Advanced Dressing Stations) en de nog bestaande spoorlijn. Het park heeft een zeer onregelmatige lay-out voor de 2463 zerken. Er is gebruik gemaakt van twee verschillende ingangen en verschillende elevaties. Een mooi vijvertje is omringd door grote berken, die je ook vindt rond de speciale monumenten. 2nd luitenant Frederick Youens is een Victoria Cross-drager en je vindt hier ook drie Indische soldaten.

Richting Komen kom je met de wagen enkele kilometers verder het aangename Molenbos tegen. Hier vind je een CWGC bord dat verwijst naar drie begraafplaatsen in het bos. De begraafplaatsen kan je alleen maar te voet bereiken … First D. C. L. I. The Bluff CWGC telt 76 zerkjes en de meeste mannen komen uit de Duke of Cornwall Light Infantry (vandaar de naam). The Bluff was de oostelijke punt van een smalle 12 meter hoge heuvel in de buurt. Een beetje verder is er Hedge Row Trench CWGC. De naam komt van een nabijgelegen verbindingsloopgraaf. De begraafplaats leed zo zwaar onder Duits granaatvuur dat na de Wapenstilstand de individuele graven niet meer konden teruggevonden worden. Vandaar dat de 98 zerkjes allemaal symmetrisch rond het kruis geplaatst werden met eenzelfde opschrift: “Known to be buried in this cemetery”.

De twee vorige begraafplaatsen zijn niet van de hand van Lutyens, het laatste in het Molenbos is wel van zijn hand. Woods Cemetery CWGC telt 326 graven en werd vooral gebruikt door veldambulances. Van hieruit heb je een prachtig vergezicht op Ieper. Een Lutyens-stempel hier zijn de Lombardische populieren die we even later ook nog tegenkomen bij onze laatste stop.

We vinden ze in het gehucht Oosttaverne te Wijtschate: Oosttaverne Wood Cemetery CWGC. Je gaat de begraafplaats binnen via een typisch Lutyense toegangspoort. Je vindt er 1121 zerkjes, waarvan zeer vele van onbekenden. Dicht bij het Cross of Sacrifice: 117 graven van Britten die sneuvelden bij de terugtrekking uit Duinkerke in mei 1940.

De gedenksteen (Stone of Remembrance) die je op elke CWGC-begraafplaats vanaf 1000 graven vindt, is ook een idee van Lutyens. Standaardafmetingen van 3,5 meter lengte en 1,5 meter hoogte met altijd de tekst van Kipling: Their name liveth for evermore.