Interview Bosum over debuutalbum Ghostwood Countru Club

 

 

 

Bosum lanceert na de eerste singles “Blinding Lights”, “Smell Of Your Hair In The Morning” en “Cherry” hun debuutalbum “Ghostwood Country Club”.   Dit dromerige debuut omvat zeven introspectieve songs en twee intrigerende soundscapes en is door frontman Tom Verbeeck over de jaren heen bij elkaar geschreven in de weidse velden van de Zennevallei.

De inspiratie om de songs te versmelten in een consistent album, kwam na het binge watchen van de serie Twin Peaks (David Lynch).

Die dromerige sfeer is de rode draad doorheen het album met als ingrediënten: dromerige vocals, zwevende gitaren, zachte synths en een strakke distinctieve ritmesectie die de songs op de grond houden.

Een tweetal weken voor de release dromen we met frontman Tom Verbeeck weg naar het universum van dit debuut.

Hoe kwam je op de groepsnaam Bosum?

“Mijn ouders namen me mee als 14 jarige op vakantie in Thailand.  Ze hadden me voor de grap wijsgemaakt dat ik geadopteerd werd en dat mijn echte naam eigenlijk Bosummeke is.  Het is Thais voor marinier of bootsman.  Toen ik voor mijn band een naam moest zoeken, kwam die naam terug naar boven.”

Er kwamen in 2018-2019 een aantal losse singles uit, ‘Marvin’ en ‘Golden Rain’.   Lagen deze al in de lijn van dit album?

“Die eerste singles was nog wat zoeken. Persoonlijk vind ik dat die songs toch al in de richting gingen van onze huidige muziek.  In dit album hebben we onze sound gevonden en gefinetuned.”

De titel en de inspiratie zijn voortgevloeid uit de televisieserie Twin Peaks van de jaren 90.

“Ik volgde mijn masteropleiding op de universiteit en had wel al singles geschreven, maar het was nog geen consistent geheel.  In de zomer van 2019 ben ik Twin Peaks beginnen binchen.  Die bijzondere sfeer in een surrealistische wereld van David Lynch , waarbij hij zijn eigen universum creëerde, is me bijgebleven.  In een mijn toenmalige homestudio in Leuven ben ik  beginnen experimenteren met de synthesizers, daar zijn de 2 soundscapes ontstaan, de intro en outro.  Ik voelde een verhaal, een geheel en toen heb ik Klaas Tomme gecontacteerd; mijn producer.  In de zomer van 2020 heeft het album dan vorm gekregen.

Ghostwood Country Club, moeten we die ook situeren in de bossen van Twin Peaks?

“In één aflevering van Twin Peaks ging het over het Ghostwood Development Project, waar de papa van Laura Palmer deel van uitmaakte.  De naam “Ghostwood Country Club” bleef in mijn achterhoofd hangen, vermits ik zelf tussen de velden woon.  Ikzelf voel mij altijd verbonden met mijn omgeving.  Het bos hier heeft altijd wel iets mystiek, vandaar ook de link naar Ghostwood.”

Het album beweegt zich in een dromerige sfeer en is introspectief.

“De nummers zijn geschreven in een periode dat ik aan zelfreflectie deed. Toen ik op kot zat in Leuven (2014) kreeg ik te maken met tinnitus, net op het moment dat ik begon te studeren. Ik lag toen enorm met mezelf in de knoop. Iedereen bewoog snel rond mij heen en ik bleef stilstaan. De songs die ik geschreven heb tussen 2012 tot 2020, was altijd naar binnenkijken. Ik ben van nature een heel hoog sensitief en introvert persoon, ook al percipiëren de mensen in mijn omgeving mij niet zo. Muziek helpt om al die intense gevoelens te kanaliseren.

‘Cherry’ en ‘Second Hand Sweater’ zijn recenter en minder introspectief. ‘Second Hand Sweater’ gaat over onze consumptiemaatschappij.  Ironisch, enerzijds ben je tegen, maar je neemt er ook aan deel. “We blame society, but we are society”. ‘Cherry’ is een lovesong, een momentopname zonder een diepgaande introspectieve betekenis.

‘If’ gaat over mijn struggle met tinnitus.  ‘Hey my friend, hold on, carry on’.” Toen ik die song schreef, zat ik op een breekpunt. Die song heeft mij terug hoop gegeven.

Schrijven, is dat voor jou out of the box denken, zonder compromissen?

“Ik schrijf niet met een bepaald album in mijn gedachten, eerder schrijven als een idee in mij opkomt, een momentopname.  Eens de songs allemaal geschreven zijn, ga ik wel in een consistent geheel denken.  “Dat instrumentarium (synth, versterker) gaan we gebruiken, zo zal het gaan klinken,…” Het mag gene mish-mash worden.

De basis van de tracks hebben we in de studio live opgenomen (drums, bass, gitaar, zang), om echt die organische fond te creëren.  In postproductie hebben we nog geëxperimenteerd met synths & backing vocals.”

De intro & outro (Ghostwood Country Club pt 1 & 2) kregen een verschillende aanpak, de één klinkt wat elektronischer dan de andere.

“Oorspronkelijk was het één song.  We creëerden een loop op de plaat, van de outro op het einde van de plaat kom je onmiddellijk terug in de intro terecht.  Je komt binnen in het universum van de plaat met de intro en je gaat er rustig terug uit met de outro.”

De eerste seconden van beide nummers lijken wel buitenaardse elektronische signalen.

“Aan de oorspronkelijke demo’s deden we helemaal geen aanpassingen, een vrij ruwe opname vanuit de homestudio.”

In drie songs zou ik uit de lyrics  enige dromerigheid kunnen filteren. ‘Waves’ (Another night where I can’t sleep), Billy (Billy travels in his own mind), Smell of your hair in the morning (wegdromen naar geuren).

“ ‘Waves’ is mijn favoriet van de plaat, een nummer dat resoneert.   Ik heb me altijd veel laten inspireren door dreampop  (War on drugs, Cocteau Twins, Slowdive) en kan me daar helemaal in verliezen.  Automatisch neig ik naar zo’n sound als ik aan het schrijven ben.

Tekstueel flirt ik met metaforen om de dromerige sfeer te creëren naar geuren, een gevoel, een soort van warmte.

‘Smell of your hair in the morning’ heb ik in 2012 geschreven.  De oudste song op de plaat, het gaat over iemand die weggegaan is.”

Je kan het dromerige idee wel hebben, maar jij slaagt er dan toch maar in om het om te zetten in een song.

“Een trial & error bij mij. Ik heb allerhande instrumenten staan, ik doe maar wat.  Indien er iets tof uit komt, schrijf ik daar op verder.  Een manier voor mij om te ontsnappen en te ontspannen.  Ik wil het blijven bewaken dat het niet schrijven wordt om te schrijven, om niet te snel iets te gaan releasen.  Tijd nemen en iets laten groeien.  Zo zijn de songs van het album zowel recent als vanaf 2014.”

Jullie cover van ‘Blinding Lights’ (The Weekend) kon rekenen op het nodige succes met Catch of the day op Stubru, 10 weken in De Afrekening.  Heb je daar over nagedacht in welke zin je het nummer onder handen zou nemen?

“ Ik was thuis aan het tokkelen op mijn gitaar, vond een riff en begon ‘Blinding Lights’ erop te neuriën. Het was een toffe akkoordenprogressie, en na anderhalve dag was het af.  Niet echt over nagedacht, het kwam spontaan.  Voor die videoclip heb ik de “eerste lockdown sfeer” gecapteerd met mijn Iphone. Een dreigende, maar ook magische periode.

Het albumcover zet een nostalgisch kader neer, alleen al met het creatief zijn van de lettertypes. Het  lijkt wel  old American label style.

“Ik werk samen met een jonge fotograaf, Alban Boisselier, die ik ontdekte op Instagram met warme, mystieke foto’s via analoge fotografie.  Hij deed het artwork voor de singles, T-shirts en voor dit album.  Hij vond het gepaste lettertype, heel dreamy en het past bij de sfeer van de plaat.”

Het is een album dat je eigenlijk als vinyl ter hand wil nemen, hopelijk een vinyl release?

“De designer is nu het ontwerp voor de vinyl aan het klaarmaken, zodat het naar de drukker kan.”

(Tom laat off the record  een glimp zien van de vinyl op zijn smartphone)

En dan de  Johnny Green Giant Studio in Gent, jullie hebben er haast geresideerd?

“Die studio is vlakbij het huis van onze producer Klaas Tomme.  Hij heeft ook een eigen studio thuis (in the clouds studio). De band heeft in zijn living enkele dagen mogen overnachten.  ’s Morgens vertrokken we samen naar de studio, bijzonder leuk om samen in zo’n roes te zitten.

In deze studio hebben we heel wat coole vintage instrumenten gebruikt. Een mellotron, een oude Roland Jazz Chorus 120 versterker (gebruikt door de Cocteau Twins en The Cure), een Neve mixing console. Naast dit materiaal ook enkele leuke museumstukken, waaronder microfoons die onder andere Justin Bieber en Lenny Kravitz hebben gebruikt op hun platen.

Jonathan De Troch (eigenaar Johnny Green Giant Studio) gaat continu op zoek naar vintagemateriaal voor zijn studio. Materiaal dat ze vroeger en vandaag nog steeds in professionele studio’s gebruiken (cf. Jupiter en de Juno 60 synthesizer). De Juno hoor je bijna op elk lied van dit album.”

Zoals de meeste artiesten, voorzichtig aan live concerten beginnen denken?

“Het eerste optreden, eerste try out, dat al vast staat is in CC De Meent (Beersel) op 1 oktober”.

 

Tekst: Peter Minnebo.  Foto: Bosum.