Interview met Geert Noppe van Walrus over nieuw album ‘Tussen mijn oren’. 

 

Vijf jaar is het ondertussen geleden dat Walrus, de Nederlandstalige band rond pianist en songwriter Geert Noppe , “Terug naar het begin” uitbracht. Het album werd enthousiast onthaald, Noppe bleef schrijven, maar voor nieuwe opnames ontbrak het aan ruimte door het harde werk als toetsenist bij Hooverphonic, Yevgueni en andere projecten.

Maar toen was er plots een zee van tijd. De aanvankelijke weerbots maakte later plaats voor een boost aan energie en creativiteit. De samenwerking met topproducer Alex Callier, op touw gezet bij de vorige plaat, werd voortgezet. Opnieuw raakte hij gecharmeerd door de vindingrijke songschrijverij en de aparte sound van Walrus.

Tijdens de coronaperiode sluiten hij en Noppe zich een aantal weken op in Shades of Green in Sint-Niklaas, Calliers eigen studio.  Wat al langer geweten is, wordt bevestigd: Callier is niet alleen een vakman pur sang, maar ook zijn artistieke gedrevenheid is fenomenaal: als hij zich in iets vastbijt, wordt het pas gelost als het helemaal klopt. Daarvan hoort u het resultaat op het derde full album van de band, dat de titel ‘Tussen mijn oren’ draagt.

Met ‘Tussen mijn oren’ komt Walrus tot volledige wasdom. De plaat van de bevestiging? Reken maar. Moeilijk? Geenszins. Aan frisse ideeën, bezieling en goesting geen gebrek bij deze zogenaamd lastige derde.

“Het is een eclectisch album geworden. Alex en ik hebben ons nooit tot 1 genre willen beperken, we vinden elkaar in de liefde voor uiteenlopende stijlen”, zegt Noppe, “Het zijn elf verhalen die met veel toewijding op soms verschillende wijzen werden geboetseerd en ingekleurd”. Van jaren ‘90 (of ’80) tot nu, van rock, over indiepop, tot Nederlandstalige kleinkunst. Gebrek aan eenheid? Nee, je wordt meegenomen op een lange trip, je belandt van de ene stemming in de andere, maar met de verhalende stem van Noppe en de strakke productie en typische sound als gezamenlijke noemer.

Allkinds blikt alvast samen met Geert vooruit op dit nieuwe album waar menig luisteraar ‘Met de oren’ van zal genieten.

Toevallig of niet, terug met een nieuw album alsook de échte Walrus, gespot in Schiermonnikoog (NL) op 20 september!

“Inderdaad, ik heb het gemerkt, ik ben geabonneerd op Google Alert Walrus.  Mooie vergelijking trouwens.”

Het vorig album is zo’n 5 jaar geleden,  wat heeft zo’n lange tussenperiode tot gevolg?  Ik kan me inbeelden dat u  barst van ideeën en energie.

“De goesting is er altijd geweest om volle bak verder te doen met Walrus.  De jaren passeren snel, en ondertussen ben ik pianist bij Hooverphonic, waar ik veel tijd aan gespendeerd heb.  Verder een kinderproject opgericht Meneer Beer & De Woeste Wolven, waar we veel mee gespeeld hebben.  Ik ben altijd wel blijven schrijven en had veel ideeën, vooral muzikaal.  Ik zat altijd te wachten op een moment om er keihard in te vliegen.  Tijdens corona kwam er veel tijd vrij, maar voor muzikanten was het heavy de eerste maanden, het zag er op dat moment wat uitzichtloos uit. Konden we wel muzikant blijven?  Ik heb het negatieve trachten om te buigen naar iets positief. We kregen nu eens een sabbatjaar, dus moesten we ervan profiteren om een Walrus album op te nemen.  Vermits de samenwerking met Alex Callier vorige keer vlotjes verliep, hebben we het terug aan hem gevraagd.”

Enkele weken de studio in met Alex om te zoeken naar klank en sfeer. Het zijn zeer uiteenlopende stijlen geworden. Een muzikaal boek met 11 hoofdstukken.  

“Meestal repeteer je samen met de band en tracht je al wat te arrangeren. Vervolgens trek je naar de studio en probeer je een live captatie te bekomen.  De aanpak was nu anders, deels door corona, maar ook doordat we eens iets anders wilden proberen.

Ik had thuis een aantal demo’s opgenomen en daarop heb ik samen met Alex verder gewerkt.  De muzikanten hebben we elk op hun beurt uitgenodigd in plaats van allemaal samen.  Voordeel is dat je heel secuur tewerk kan gaan en dat het wordt zoals je het in uw hoofd voorstelt.  Zeer subtiel kan je als luisteraar vele details ontdekken.”

De albumtitel ‘Tussen mijn oren’ klinkt eerder  psycho.

“Het refereert naar de gelijknamige song, wat over paniekaanvallen gaat tijdens de nacht.  Het gebeurt dat ik ’s nachts wakker schiet, in paniek en buiten adem als gevolg van apnoe, en ik me ergens in een tussenfase bevind tussen slapen en waken. Die tussenfase vond ik altijd al interessant omdat je niet weet of je wakker bent of aan het dromen zijt.    Je bent in paniek, misschien terecht , misschien onterecht. Misschien stel je je als hypochonder voor dat er van alles gebeurt.  Als men niet onmiddellijk vindt wat er aan de hand is, zegt men in de volksmond  al snel:  ‘het zal wel tussen de oren zitten!’

Ik heb het  breder opengetrokken in die zin, wat speelt er zich allemaal af tussen de oren?  Door de coronacrisis zijn we als muzikant verplicht geweest om onze actieradius in te perken.  Tijdens het toeren surf je continu op de adrenaline van het onderweg zijn en tijdens corona begin je te beseffen hoe verslaafd je daaraan bent.

Het was downsizen en kijken naar wat er zich onder uw neus afspeelt of wat er zich tussen uw oren afspeelt.  Introspectie, nadenken over uzelf en uw omgeving.  Tussen uw oren gebeuren de gekste dingen of de meest normale dingen.  Een krachtig orgaan dat uw leven kan ordenen maar u ook volledig op het verkeerde been kan zetten, en soms zelfs in depressieve gedachten kan duwen.

De hoes symboliseert de introspectie, het nadenken van de songschrijver en het kijken naar de impulsen, wat er zich afspeelt in uw eigen brein.”

U spreekt ook over de verbeeldingskracht van die kleine kern, welke zoals de kosmos ook eindeloos is.

“Het is een album geworden dat wat breder en dieper gaat. Over mijn verleden,  de toekomst en de rol daar tussenin.  Wie zijn we als individu in die tussengeneratie?  Wat lopen we hier te doen?  Door continu thuis te zitten, begin je daar over na te denken.  Dat sijpelt dan links en rechts door in het album.  Dat klinkt nu misschien zwaar, maar hoeft het niet te zijn.”

De muziek compenseert en houdt die zwaarte mooi in balans.

“Dat was de ambitie, niet te zwaar maar toegankelijk.”

De inhoud  van de songs wordt zeer fijngevoelig weergegeven in het Nederlands. Mik je terug op  Nederland, zeker nu Vlaamse en Nederlandse zangers weer succesvol hecht samenwerken en zingen?  De nummers ‘Terug naar het begin’ en ‘Iemand met de slimste zijn’ werden in het verleden al eens uitgelicht door Frits Spits op NPO Radio 1 en NPO Radio 5.

“Nederland stond heel erg open voor het vorig album.  De goesting om naar Nederland te gaan is er zeker en dat zal ook gebeuren binnen enkele maanden.  We merkten al direct dat we een fanbase hadden via de radio.  De vroegere barrière tussen Nederland en Vlaanderen begint wat te vervagen door al die samenwerkingen.  Het blijft altijd nog wel een grote stap.”

 ‘Zomer zonder klank’ krijgt een profetisch tintje, eigenlijk schreef u dit nog voor de pandemie!

“De strofes zijn geschreven voor de pandemie als troost voor een vriend die het wat moeilijker had.  De eerste maanden van de pandemie had ik het zelf niet zo gemakkelijk.  Plots werd die song een steun voor mezelf.  Ik zong het ook voor mezelf. Ook al is er geen muziek de komende jaren, je moet geen schrik hebben, het komt wel goed.”

Relativeren alom over bezit met de  zin ‘Ooit geven we terug wat niet van ons is’.

“Op een gegeven moment in je leven besef je dat wat je van je ouders gekregen hebt, gewoon doorgeeft aan uw kinderen.  Maatschappelijk vertaald: de aarde krijgen we maar even en moeten we terug doorgeven.  Laat ons hopen dat de volgende generatie het beter doet dan ons want we hebben er weeral niet veel van gebakken!”

In ‘Held’ komt verstrooidheid aan bod, iets wat u ook overkomt?

“Het is weer datzelfde gevoel, het moment tussen slaap en waak.  Ik ben een denker en pieker veel. Het moment dat ik ontsnap aan dat nadenken, vind ik enorm interessant.  Zo kan je in een kamer staan en u afvragen, wat kwam ik hier nu doen?  De anekdotische verstrooidheid, maar er is ook de existentiële verstrooidheid, wanneer je niet meer zo goed weet wat je van plan was.  Je dacht iets groots te willen doen, maar je weet het niet meer en dat je dan onder uw neus ziet wat eigenlijk wel belangrijk is. Dingen die hier en nu gebeuren zijn van belang en niet op lange termijn.”

‘Tussenin’ neemt halverwege een verrassende wending knipogend naar The Beatles.

“Ja, het totaal breken met de kadans, met de inhoud is héél Beatle-esk.  Ik heb zelfs mijn omgeving wat moeten overtuigen dat dat mocht in dat nummer.”

Een opera-achtig stemmetje trekt ludiek de aandacht in het rocky klinkende ‘Schets’.

“Het is Pieter Peirsman, onze gitarist, die dit vocaal neerzet. Het doet denken aan de zeer expressieve Theremin synthesizer.”

‘Hier’ gaat ook over veraf.

“Ik ben van kleinsaf  gefascineerd door de sterren.  In het begin van corona was het zeer mooi weer en hebben mijn vrouw en ik veel in de tuin gezeten en naar de sterrenhemel gekeken. Eigenlijk beleef je het hier en nu veel intenser terwijl je naar dingen kijkt die miljoenen jaren geleden zijn.”

‘Dansen uit de maat’, is sterker dan betogen hoor ik u zingen. Een foto uit de oude doos toont dansende onbezonnen mensen, met een alledaagse jeans en jas aan.

“Mensen begonnen heel erg te verlangen naar dansen en terug buiten te kunnen komen.  Het is een beetje gek dat mensen tijd moeten steken in protesteren en betogen, terwijl ze zich gewoon zouden moeten amuseren.   Eigenlijk is het, ‘komaan, wij willen nog eens compleet uit den bol gaan en aan niets meer denken’.  Dat is de beste manier om tegen de gevestigde waarde in te gaan.”

Een verkoop van het ouderlijk huis, een emotioneel moment dat velen zullen herkennen in ‘Dit was ons huis’.

“Het is autobiografisch.  Mijn ouders en broers hebben het nummer nog niet gehoord, zeer benieuwd naar hun reactie.  Een mooi huis met grote tuin is verkocht, het zijn de dingen des levens die gebeuren.

Ik zie mijn eigen kinderen opgroeien en merk dat ze zo snel mogelijk groot willen worden.  Ikzelf had ook wel die drang om zo snel mogelijk te kunnen doen waar ik goesting in had, in de muziek, de liefde,…  Totdat het ouderlijk huis verkocht wordt,  dan stel je de vraag: moest dit nu allemaal écht zo snel gaan?  Je stelt vast, ik ben hier misschien te weinig geweest.  Waarom wou ik hier zo snel mogelijk weg?”

Kauwen in de Kerselaar

“Het gaat over het liggen denken en piekeren.  Sommige dagen duiken er al eens donkere stemmen op.  Hoe ga je er mee om?  Mijn vriendin ziet het allemaal wat positiever, geniet van de mooie dingen.  Ik kan al eens vastzitten in de donkere kronkels, waarvoor de kauwen het symbool zijn.”

‘Misschien ben ik al dood’, het laatste en meteen ook het langste nummer (6min).

“De song is episch opgevat en in een laatste nummer mag je alle registers nog eens opentrekken.  Het begint als een intieme ballad, evoluerend naar een Sigur Ros anthem op het einde.  Het koor en de blazers mogen er bij komen en geven een wijde hemelse ervaring.”

Allkinds  zet vanaf heden ook de Walrus (the band) Google Alert op actief voor de eerstvolgende live concerten en voor een volgend album!

 

 https://walrusonline.be/

Tekst: Peter Minnebo.

Foto: Guy Kokken.