Uzès, charmant Zuid-Frans stadje.

Uzès is een stadje in de Languedoc waarover velen nog niet gehoord hebben en dat op korte afstand ligt van de bekende toeristische hotspots Avignon en Nîmes. Een beetje onterecht want het heeft ook zijn toeristische troeven… Het is fier op zijn titel van “eerste hertogdom  van Frankrijk”. Het “Duché” of hertogelijk paleis staat pal in het centrum en is een indrukwekkende getuige van de prestigieuze dynastie van de heren van Uzès. Het complex met de renaissancegevel, de gotische kapel en de Tour Bermonde torent boven het stadje uit en is een architecturale parel. Een raad: steek een van de boulevards over die als een ring het centrum omsluiten en verken de stille, verkeersarme straatjes. Je ziet er tal van mooie koopmanshuizen uit de tijd dat laken en zijde hier welvaart brachten. Hier zie je geen moderne bouwsels die dit straatbeeld ontsieren.

Niet dat het stadje van 10 000 inwoners er verlaten uitziet, integendeel. Van de lente tot in het diepe najaar trekt Uzès bezoekers aan. Bij goed weer is het aangenaam druk langs de boulevards met zijn vele terrassen onder de oude platanen. Ook op marktdagen en vooral dan op zaterdag is het in het toeristisch seizoen soms op de koppen lopen op de Place aux Herbes en langs de omliggende straatjes. Je vindt er het gamma van  streekproducten als kazen, wijnen, honing en “saucissons”. En net als bepaalde plaatsen in de Provence is dit stadje ook nog bekend om zijn truffels. Dit “zwarte goud” krijgt hier dan ook zijn plaats in de gastronomie. Verder worden ook de kleurrijke Provençaalse stoffen op de markt uitgestald. De fouta’s of strandlakens in verschillende maten en kleuren worden hier verkocht alhoewel de stranden van de Middellandse Zee zich op ruim een uur rijden bevinden.

En wie even buiten Uzès op verkenning gaat zal zeker het dorpje Saint-Quentin-la-Poterie aandoen. Dit plaatsje op een heuvelflank gebouwd was al in de middeleeuwen beroemd om zijn aardewerk. Hier werden in de 14de eeuw maar liefst 100 000 geglazuurde tegels gemaakt voor het pauselijk paleis in Avignon. De eeuwenoude traditie dreigde vorige eeuw teloor te gaan bij de sluiting van de laatste fabriek. In 1983 brachten een aantal pottenbakkers met succes tot een nieuw leven. Vandaag zijn er meer dan 30 kunstenaars die hun atelier en winkel met keramiek open stellen voor het publiek. Daarbij loont een bezoek aan het Musée de la Poterie Mediterranéenne de moeite. Hier worden in een voormalige oliemolen meer dan 250 stukken aardewerk tentoon gesteld die afkomstig zijn uit Spanje, Marokko, Kreta, Tunesië en uiteraard ook uit Saint-Quentin. In een galerij exposeren 20 hedendaagse keramisten met naam en faam.

We verbleven in het mooi gelegen hotel-restaurant  “Clos de Pradines” boven op de heuvel, net buiten het dorpscentrum. Prima onthaal, kamers met balkon of terras rond het zwembad.

 

Tekst en foto’s : Herman Taelman