Interview met Zeezee L’amoroso van Zee Skirts over nieuw album ‘Only the Bad Sleep Well’
Zeezee L’amoroso begon zijn carrière als kindster in Mexico. Na een onopgehelderd voorval op een filmset, die bijna het leven kostte van zijn tegenspeelster, kwam hij terecht in een mediastorm. Toen de situatie onleefbaar werd, vluchtte het gezin Mexico en strandden ze na veel omzwervingen uiteindelijk in het land van de friet.
Heel langzaam slaagde Zeezee er in het trauma te verwerken en ontdekte hij in muziek een nieuwe liefde, een manier om wonden te helen en mensen te verbinden. Sinds het voorval worstelt Zeezee met media-aandacht, schuwt hij fotocamera’s en hult hij zich steeds in een wolkje mysterie.
Tijdens het schrijven aan ‘Only the Bad Sleep Well’ viel het op hoe steeds meer mensen rondom de band ernstig last kregen van slapeloze nachten. Het leek een soort epidemie. Vrienden en familie vielen bij bosjes neer, met hun ogen open, niet in staat om rust te vinden. Was het iets in het water van onze stad? Werd het plots allemaal te veel? Te veel drama, te veel onrecht, te veel onrust, te veel onzekerheid, te veel te veel?
Hieruit puurde Zeezee inspiratie en bracht daarmee zijn eigen nachtrust in gevaar. Er moest en zou een plaat komen die zalvend zou werken. Er werd dag en nacht geschreven en geschaafd, alles werd uit de kast gehaald om dit verhaal verteld te krijgen.
Het werd een plaat die je meeneemt van Japanse film noir naar opzwepende fanfareroffels, van melodische oorwormen(Candlesnuff!) naar quirky blazers, van hoekige indie naar zachte slaapkamer-pop. We horen vleugjes Mac DeMarco, Angelo Badalamenti (When I saw her!), Elliott Smith, Yasuaki Shimizu, Thelonious Monk, Connan Mockasin …
Live ontpopt Zee Skirts tot een maffe energieke act, met bindteksten die niet zouden misstaan in een Zach Galifianakis stand-up show. Ze treden op in de opvallende pyjamakostuums van Leentje Kerremans, gebaseerd op het prachtige schilderij van Delphine Somers die de hoes siert.
Allkinds liet het debuutalbum even doordringen en had een maand na de release afspraak met Zeezee L’amoroso voor een interview.
Hoe is het idee ontstaan om het begrip ‘slaap’ in het album te verweven?
“Dat is net zoals een droom erg moeilijk vast te pinnen. Al bij het vorig album ‘Kiki & OJ’ verwees ik nu en dan naar dromen en slaap. Misschien heeft het te maken met het feit dat de dromenwereld voor mij een intrigerend mysterieus parallel universum is, want ik herinner mijn dromen zelf (bijna) nooit.
Tijdens het schrijven voor de nieuwe plaat, ontdekte ik dat zowat elke nieuwe tekst wel ergens een verwijzing had naar dit thema. En op hetzelfde moment kregen veel vrienden (onder andere een hoop muzikanten) last van verstoorde nachtrust, insomnia, etc … Dus bij het afwerken van de plaat versterkte ik het concept verder. Ik zou het geen echte conceptplaat noemen, maar ik vind het wel fijn om nummers en het artwork aan elkaar te linken, om zo een sterker geheel te creëren.”
Welke aspecten van slaap komen aan bod?
“Slapeloosheid komt inderdaad aan bod en de dingen die onze rust verstoren: te veel werk, te veel spullen, een teveel aan te veel, … Andere songs zijn verhalen die zich afspelen in een droom/nachtmerrie of in een magisch realistische wereld waar alles mogelijk is.”
Schuilt er achter het albumcover ook een achterliggende boodschap? (de pyjamaman, omgeven door vogels en aan zijn voeten een mini wereldje)
“Dat is een vraag voor Delphine Somers. Zij maakte speciaal voor dit album dit schilderij en de tekeningen op het tekstblad. Omdat we toen al wisten dat onze nieuwe live kostuums gebaseerd zouden zijn op fel gestreepte pyjama’s (een idee van drummer Double C) was dat het enige idee dat ik haar meegaf. Voor de rest deed ze haar zin en verraste ze ons totaal met haar meesterwerkje.
Doordat het schilderij al af was voor de laatste opnames van de plaat, kon ik nog een aantal rechtstreekse referenties naar Delphine haar werk toevoegen. In de openingstrack zegt Tsubasa Hori in het Japans ‘You can wear your red stripes pajamas!’. En in Candlesnuff (never enough) duikt de zin ‘…(I) met a girl who painted birds all around my head’.”
Ook bewust een Oosterse (Japanse) insteek, zoals in Nightwear & Koko Wa Doko?
“Ja, zeker bewust. Ik ben al heel lang gefascineerd door Japanse cultuur (ambachten, de keuken, de taal, film, muziekscene, badcultuur, …) en bezocht het land al meerdere malen. Ik studeerde ook de taal 3 jaar in avondschool. Ik had al heel lang het idee om iets te schrijven in het Japans en plots kwam het vanzelf toen ik de muziek van ‘Koko wa doko’ geschreven had. De taal waarin je zingt heeft enorm veel invloed op de frasering, de notenkeuze, het gevoel van het nummer. Je maakt compleet andere keuzes in een andere taal.”
Opvallend, het rijmen van woorden in songtitels, ook een bewust woordenspel of toevallig? (The Scalp of the Alps, Peeling the Ceiling, Koko Wa Doko)
“Ik probeerde niet opzettelijk een deel van de songtitels op te fleuren met rijm, maar het is inderdaad wel opvallend. Misschien deed ik het onbewust om te compenseren voor het weinige rijmen in de songteksten zelf? Ik las net het fantastische ‘Songwriters on songwriting’ van Paul Zollo. Tijdens het lezen van het boek begon ik zelf m’n songs wat te analyseren en ontdekte ik dat ik maar heel weinig gebruik maak van rijmvormen. Blijkbaar heb ik daar geen nood aan. Rijmen werkt fantastisch als geheugensteuntje en om het oorwormgehalte van je song te verhogen, maar het beperkt je natuurlijk ook je vrijheid. Ik neem me voor om voor de volgende plaat meer te experimenteren met rijmvormen. Benieuwd wat het zal doen!”
Hoe en wanneer ontstaan ideeën voor de muziek en hoe worden ze onmiddellijk vastgelegd op dat moment? De muziek is veelzijdig en oogt veel verhalen te willen vertellen.
“Overal en altijd! Ik schrijf al muziek/songs sinds m’n 11de en zorg dat ik altijd iets om te schrijven of op te nemen in de buurt heb. Tegenwoordig is het m’n telefoon waar ik naar grijp als een idee me te binnen schiet.
Een paar voorbeelden? De akkoorden en de melodie van ‘The Scalp of the Alps’ kwam er uitgerold tijdens een heerlijk zomers ontbijt in een stadstuin. De melodie van ‘Nightwear’ vond ik terug in een notitieboekje uit m’n tienerjaren. ‘Well Divers’ schreef ik ’s nachts aan de keukentafel, gefascineerd door het ritme en die twee akkoorden die heel het nummer blijven doorgaan. ‘When I Saw Her’ jamden we met 3 bandleden samen met behulp van een akkoordenschema genererend spelletje dat ik in elkaar bokste. ‘Koko wa doko’ begon als een harmonische studie met enkel mineurakkoorden, en plots was daar ook een melodie en tekst.”
Ook via het ritme van de songs een bepaalde focus op slaperigheid of slapeloosheid willen vastleggen?
‘When I saw her’: neigt naar een slaapliedje, met de regelmaat van het getik van een klok. Andere nummers zijn dan weer meer uptempo…
“Dat was niet bewust, maar het is wel een terechte opmerking. Wat wel bewust gekozen is, zijn bepaalde sferen, en aan die sferen hangt soms een bepaald tempo vast. Verschillende nummers hebben een gekozen nachtelijke, wat donkere en intieme, sfeer. Dat is zeker het geval bij de eerste en laatste track.”
Over welke tijdspanne is het album geschreven?
“Strikt genomen over zowat heel m’n muzikale leven aangezien ik in ‘Nightwear’ teruggreep naar een melodie uit m’n tienerjaren en het allernieuwste nummer op de plaat tijdens de opnames werd geschreven. Sommige demo’s gingen al een jaar of vier mee, andere werden in de het halfjaar voor de release geschreven. Ik ben een schrapper en herschrijver. Ik herwerk dus vaak nummers om de flow van het album te laten werken. En zo’n herwerking kan soms heel drastisch zijn.”
Ongetwijfeld veel inspiratie, waren er meer songs voor dit album?
“Oh, ja. Ik schat ergens tussen het dubbel of driedubbel zoveel dan wat er op het album terecht kwam. De helft van de plaat is geschreven in het half jaar voor de mix. De rest ging al langer mee in 1 of andere vorm. Zelf beschouw ik een song pas een song als de tekst, melodie en structuur er helemaal zijn. En dat kost veel tijd en energie. Ideeën (brokjes melodie, halve nummers, een coole akkoordenreeks, …) daarentegen niet, die komen vanzelf en daar heb ik er zoveel van in m’n archief dat ik de komende 9 levens eigenlijk al m’n songs zou kunnen baseren op dat materiaal. Maar zo werk ik niet, tijdens het schrijven van een nieuwe plaat krijg ik altijd een extra creatieve boost en wil ik vooral nieuwe ideeën uitwerken en nieuwe songs schrijven, mezelf verrassen …”
Catch them at:
3 aug Campo Solar Festival, Damme
8 aug Posthotel, Wetteren
13 sept Botanique, Brussel (tbc)
3 okt AMOK Festival, Brugge
9 okt Django, Gent
Tekst: Peter Minnebp.