In “England anders (1)”, editie 10 van 20 mei 2008 & in “England ánders (9) – Please sir”, editie 18 van 21 oktober 2008 vermeldde ik reeds kort dat ik gedurende een twintigtal jaren een middenschool uit de Rupelstreek als gids en verpleegkundige op hun jaarlijkse Engeland reis vergezelde. Drie jaar geleden stopte ik er mee, maar dit jaar vroeg de school met aandrang of ik hen uit de nood wilde helpen door weer mee te gaan. Na wat nadenken, ik ben ook al wat ouder geworden, aanvaardde ik. Het zouden lange, vermoeiende dagen worden, daarvan was ik me wel bewust.

 

We begonnen onze vijfdaagse op een koude maandagmorgen met 80 leerlingen en acht enthousiaste begeleiders, verdeeld over twee bussen. Om 6 uur ’s morgens vertrokken we richting Calais voor onze P&O boot (voor de fanatici: het was de Pride of Canterbury). Uitstappen in Calais voor identiteitscontrole gaf ons een eerste voorsmaakje van wat er ons te wachten stond: felle, gure noordenwind, die ons trouwens de hele week zou volgen als een schaduw. Dezelfde noordenwind zorgde er dan ook op een zeer gezellige wijze voor dat het Kanaal herschapen was in een witte golfmassa. Meestal draait dit uit op een nogal onaangename overtocht die we dankzij de windkracht 7 ook effectief meemaakten (details geven we liever niet).

Niemand had de moed om de krijtrotsen van op het dek te bekijken en via Dover waren we vlug in Rye (zie “England ánders (22) – Rye”, editie 9 van 12 mei 2009). We wandelden een uurtje door het stadje en ondertussen losten de leerlingen de vragen van de gwp (geïntegreerde werkperiode) op. Een bonusje hadden we in Rye. Er was juist een nieuwe Mayor (burgemeester met louter ceremoniële functie) benoemd. De traditie wil dat hij en enkele onderdanen op een bepaald moment nieuwe pennies (‘penny’, kleinste Engelse munt) uitstrooit. ‘t Is eens iets anders dan gewoon snoep gooien!

Normaal was het onze planning om dan naar Hastings te rijden, maar 3 mei was dit jaar een van de beruchte ‘Bank Holidays’, dag waarop precies heel het land in beweging is. Hastings was weer eens uitgekozen door een liefdadigheidsorganisatie om er zoveel mogelijk motorrijders te verzamelen. Het was er zo druk, overvol dat we het risico niet namen en Tunbridge Wells binnenreden (remember “England ánders (43) – The Pantiles”, editie 9 van 11 mei 2010). Het kleine shopping center was nog open tot 17.00h en dan reden we richting gastgezinnen in het zuidoosten van Londen. Door een zware file na een ongeval op de A21 werd het echter een nog langere dag. Rond 20.30h Engelse tijd kwamen we eindelijk aan in Orpington, waar we dit jaar ons centrum hadden. De gastgezinnen stonden ons op te wachten op de parking van de lokale golfclub. Hier konden onze bussen ook “de nacht” doorbrengen. Asap (as soon as possible – zo snel mogelijk) avondmaal en slapen, want dag II & III zijn de Londen dagen.

 

Na een Engels ontbijt als starter, vertrokken we rond 8.00h via de golfclub naar onze tweede opstapplaats, een parking van Carpet Right, het Engelse equivalent voor Carpet Land dachten we. Onze volgende halte was Lewisham, waar we onze chauffeurs tot ’s avonds achterlieten en we de DLR (Docklands Light Railway) namen. Eerste doel: Greenwich met de nulmeridiaan.

Is het koud in London, dan is het extra koud daarboven bij het Observatorium. Even binnen in de Camera Obscura voor wat warmte.

Iedereen was wát blij toen we weer op de DLR zaten om via Canary Wharf en de gewone tube richting Buckingham Palace te gaan. Daar maakten we nog het einde van de aflossing van de wacht mee. Een picknick in St. James’s Park hielden we maar een kwartiertje vol, ondanks een waterzonnetje.

De namiddag bracht ons via Trafalgar Square en Downing Street, waar een zekere Mr. Brown zijn laatste twee dagen zat af te tellen en die volgens Bill Turnbull van BBC Breakfast de koudste straat van London is, daar er geen zon binnen komt door de ligging, naar Parliament Square en Big Ben. We voelden dat het genoeg was, dat we niet méér Engelse cultuur in onze leerlingen kregen, dus als afsluiter naar Covent Garden met genoeg winkeltjes en kraampjes. De leerlingen kregen een uurtje vrij. Covent Garden is trouwens ook helemaal autovrij.

Nadien via Lewisham terug naar de gastgezinnen voor avondmaal en rust. Iedereen snakte er naar.

Woensdag was ‘voor de afwisseling’ weer begonnen met gure noordenwind en bittere kou.

Om te beginnen met heel de groep naar ‘The London Dungeon’ (toeristische attractie in Londen – griezelmuseum over het gruwelijke verleden met vreselijke folterpraktijken). Hoewel ik het zelf een totaal overroepen en overdreven geprijsde attractie vind, had het toch weer een impact op sommigen. Enkele leerlingen gaven dadelijk te kennen dat ze onder geen enkel voorwendsel mee binnen gingen. Ik had meer pech. De hele duur van de attractie (je gaat van de ene scène naar de andere) had ik in mijn groep twee meisjes die geroepen, gegild en gehuild hebben, op het hysterische af.

Op de middag was onze miserie achter de rug en trokken we verder de kou in. Via Tower Bridge gingen we naar St. Katharine’s Dock ,Piccadilly Circus, Chinatown (gelakte eenden vonden we maar niks). We maakten nog een ommetje via Carnaby Street (voor ons, begeleiders, wat nostalgie, hoewel het nu niks meer uitstraalt, winkeltjes zonder karakter) en de speciaal ontworpen diagonale oversteekplaats voor voetgangers op Oxford Circus.

Hoog tijd weer voor ontspanning en woensdag kozen we Camden Town (Amy Winehouse gebied). Meerdere marktjes en een massa kraampjes. Bijna iedereen in mijn groep had een sweater met opschrift “I Love London”. Alle kleuren voorradig. Een collega vond in een der straatjes een kraampje waar ze £ 3 goedkoper werden aangeboden, dus velen daar naartoe!

Weer snakten we naar avondmaal en bed.

Donderdag 6 mei, voor de Britten verkiezingsdag, voor ons niet meer London, maar in de voormiddag naar Hampton Court. Prachtig paleis bij de Thames na een busrit van een uurtje. Hampton met een Tudor gedeelte met dank aan Henry VIII. Vooral de Tudor keukens zijn enorm.

Een ander deel is de stijl van William III & Mary II (de enigen die samen hebben geregeerd) en het jongste deel is meer Georgian stijl. Tof voor Hampton Court: er lopen veel verklede semiacteurs rond.

 

Donderdagnamiddag wordt traditioneel opgeofferd aan een der drie grote attractieparken rond Londen. Ditmaal was het de beurt aan Thorpe Park, een themapark, gericht op zware attracties voor de durvers met namen als ‘The Saw the Ride’ ‘Stealth’, ‘Colossus’ … Een voorbeeld: ‘Stealth’: in ongeveer 2,3 seconden tegen 130 km per uur ongeveer 70 m de hoogte in, terugkomst verzekerd. Viel enorm in de smaak bij onze leerlingen, vooral bij de … twee meisjes die de London Dungeon niet verteerden.

Ongevalvrij keerden we voor de laatste maal terug naar de gastgezinnen.

 

De laatste dag begonnen we in Leeds Castle, waar het echter een overrompeling van schoolgroepen was. Onze wachttijd was bijna anderhalf uur. Vóór ons een Franse schoolgroep met kinderen van 8 jaar en begeleiders die het kasteel niet kenden. Ik vroeg me af wat die er kwamen doen? Er is een groot doolhof met kleine speeltuin die voor hen beter zou geweest zijn (en dan hadden wij natuurlijk minder lang moeten aanschuiven).

We sloten onze schooltrip af in Bluewater om iedereen kans te geven van zijn/haar overtollige ponden af te raken.

 

Weer Dover voor P&O (ditmaal Pride of Burgundy) en iets betere zee.

Moe, zeer moe kwamen we rond 23.30h in Boom aan.

 

Zou het er iets mee te maken hebben gehad? De dag nadien velde een zware aanval van sinusitis met koorts en hoest me voor een week.