Het Western Front strekt zich ruwweg uit over een afstand van 750 km, van de Belgische kust tot de Frans-Zwitserse grens. Het is niet louter een collectie van monumenten, gedenktekens en begraafplaatsen, noch gewoon een kerkhof van een generatie. Het was een plaats om te leven die vervormd werd op massieve wijze en bijna dagelijks gericht naar de dood. Miljoenen werden ontrukt aan hun dagelijkse taak of hun beroep en zochten de oorden vol slijk, beton en prikkeldraad op om te sterven. We kregen er woorden bij als ‘no man’s land, gifgas, over de top of een oorlog die alle oorlogen zou vermijden’. Het is nog steeds een deel van ons leven.
Het Franse leger was vooral actief in het zuidelijke deel van het WF, buiten een gebied in Artois rond de Notre-Dame de Lorette. Ik volg nu het Franse gedeelte van de Marne tot Verdun. We zijn in Frankrijk en daarom wordt het ook geen louter geschiedkundig verhaal. Ondanks de heftige verhalen die ik hoorde, ook even genieten van de verborgen parels die Frankrijk op gebied van gastronomie nog steeds te bieden heeft.
Dormans
Enkele weken voor mijn trip naar de slagvelden was ik in Trélou-sur-Marne aan het wandelen tussen de nog prille wijngaarden van de Champagne. Vanaf de hoogte zag ik een Memorial met de uitstraling van de Sacré-Coeur in Parijs. Dit was het Memorial van Dormans, hier zou mijn verhaal beginnen. Het Memorial van Dormans maakt deel uit van de vier grote Monuments Nationaux 14-18 van Frankrijk. Naast Notre-Dame de Lorette is er nog het Ossuaire van Verdun en de HMWK of Hartmannswillerkopf in de Vogezen die ook nog de naam Vieil Armand draagt; ze werden allemaal opgericht als herdenking aan de strijders. Dormans werd in 1914 gespaard, maar vernield in 1918. Het Mémorial des Batailles de la Marne werd gebouwd tussen 1921 en 1931. Het herdenkt de Eerste Slag van september 1914 en de Tweede Slag in augustus 1918. Het monument staat in een schaduwrijk park achter het kasteel waar ook de toeristische dienst is gevestigd, 52 meter boven de Marnevallei en de stad. De massieve architectuur heeft een romaans en gotisch uiterlijk. De witachtige steen is afkomstig uit groeven van de departementen Meuse en Nord. Het staat bol van de symboliek. Je staat in feite voor twee kapellen die boven elkaar liggen. De onderste heeft de naam’ La Crypte’ met op de muren in rode letters een massa namen van gesneuvelden. Het koor wordt omlijst door engelen en er is ook een permanente tentoonstelling over de constructie van het Memorial. Via 52 treden kom je op de esplanade met de Lanterne des Morts en een kloostergang. Hiernaast in de diepte een massagraf met 130 kisten die de stoffelijke resten bevatten van 1500 soldaten. Slechts 11 hebben een identificatie. De bovenste kapel geeft uitzicht op een mooi panorama en heeft verschillende glas-in-loodramen ook vol symboliek. Bekijk de vele departementen van Frankrijk met hun patroonheiligen of het koorglas met soldaten in allerlei uniformen. Ook prachtig zijn de Onze-Lieve-Vrouwen van de verschillende fronten. Gratis te bezoeken, kleine bijdrage als je de hoogste toren in wil en er zijn ook rondleidingen.
Reims
Als uitvalsbasis is Reims een prima optie. Hôtel de la Paix van de Best Western-keten is zeer centraal gelegen en goed bereikbaar. Je hebt dan ook de gelegenheid de kathedraal te bezoeken, werelderfgoedlijst Unesco. Reims werd voor 60% vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ook grote delen van de kathedraal werden niet gespaard, maar het gotische meesterwerk werd volledig gerestaureerd, een restauratie die duurde tot 1937. De stadstram die in 2011 werd ingehuldigd maakt Reims ook zeer dynamisch, een stad die bruist als haar champagne. Hoe Reims werd verdedigd kan je best begrijpen in het Fort de la Pompelle, enkele kilometers buiten Reims.
Musée du Fort de la Pompelle
Het fort was een van de acht verdedigingsforten rond Reims. Het ligt op een heuvel van ongeveer 120 meter. Nu lijkt het een soort vormloze massa, toen was dit fort het enige van de gordel rond Reims dat weerstond aan de Duitse uitvallen. Sinds 2014 is het na uitgebreide renovatie het grootste museum over de Eerste Wereldoorlog in de streek. Er zijn wisselende tentoonstellingen, in 2024 is het thema de medische ontplooiing en sport in WOI (vooral met het oog op de Olympische Spelen in Parijs). Begin zeker met de introductiefilm over gevechten rondom Reims. Een film met nog vele getuigen. Een grote collectie wapens en uitrustingen uit het dagelijkse leven is mooi uitgestald, soms in diorama’s. Uniek is de collectie Duitse pinhelmen, de collectie Friesé, genaamd naar de stichter van de collectie: ongeveer 560 van deze hoofddeksels, waarvan geen enkele dezelfde is. Een aparte ruimte is gewijd aan de rol van de crapouillots (loopgraafmortieren). Voor kinderen is er nog een leuk tekenhoekje. Het fort ligt wat verscholen bij de drukke N44. Ben je er voorbijgereden? Geen nood, draai bij de volgende rotonde, er zijn parkeerplaatsen aan beide zijden van de weg. Een voetgangerstunnel zorgt voor veiligheid. Een extra ommetje is even de D8 naar Sillery te nemen voor de Franse begraafplaats van Sillery-Bellevue. Hier liggen bijna 12.000 soldaten.
Op weg naar de volgende stop, even Rick Stein achterna met ‘Secret France’ of het vinden van heerlijke plaatsjes om lekker en goedkoop te eten. Le Summa Soppia, Bar-Restaurant in Somme Suippe (26 Boulevard Joffre), de ‘Parmentier Kip’ hier was de geweldige dagschotel.
Le Camp de la Vallée de Moreau
Een buitenbeentje, gelegen tussen Vienne–le Château en Binarville, werd gebouwd door Duitse troepen als basis voor reservetroepen en niet als rustplaats, juist achter het front. Volledig aan het oog onttrokken in de Morauvallei lagen hier zo’n 600 soldaten in kleine kazematten met elektriciteitsvoorzieningen, een keuken, latrines en douches. Erwin Rommel, de latere Woestijnvos zou hier als onderluitenant gestationeerd geweest zijn. Het kamp is in handen van Le Comité Franco-Allemand dat sinds 1996 sites van de Grote Oorlog in het Argonnegebied restaureert. De sites kunnen alleen maar bezocht worden met een gids, stevig schoeisel gewenst.
Meuse Argonne Amerikaanse begraafplaats
We rijden verder richting Verdun door Argonne. In april 1917 verklaarde de VS de oorlog aan Duitsland en begon met de opbouw van troepen en bewapening. Pas in ongeveer juli 1918 werden de Amerikanen betrokken in zware gevechten. Vooral het Meuse-Argonne-offensief van 26 september 1918 tot 20 oktober 2018 bracht 1,2 miljoen Amerikaanse troepen in de vuurlinies. Getuige hiervan het Meuse-Argonne American Cemetery. Dit is de grootste Amerikaanse Eerste Wereldoorlog-begraafplaats in de wereld en de grootste Amerikaanse begraafplaats in Europa. De meeste slachtoffers vielen tijdens de 47 dagen gevechten hier. Er zijn 14.246 zerken. Negen dragen het teken van The Medal of Honour, de hoogste Amerikaanse onderscheiding (zie het Britse Victoria Cross). Ga van het bezoekerscentrum naar de kapel en de arcade met de namen van 954 soldaten die geen bekend graf hebben. Opgepast, de gesloten ruimtes sluiten steeds om 17 uur.
Verdun
Na 45 minuten bereiken we Verdun. Verdun, ooit door Vauban tot een sterke vesting uitgebreid, had al vóór de Eerste Wereldoorlog enkele keren te maken met oorlogsgeschillen met Duitsland, maar de Hel van Verdun in 1916 was van een ander kaliber. Begonnen in februari 1916 wilden de Duitsers de Fransen absoluut verdrijven en een vastgelopen front breken. In december 1916 eindigde de Slag bij Verdun met een front dat bijna op dezelfde plaats lag als in februari en met een symbool van zinloze slachting.
Citadelle Souteraine de Verdun
De citadel zelf werd voor Wereldoorlog Een verbouwd tot een centrum met ontelbare forten. Het doel ervan was vooral om manschappen en materiaal te herbergen. Op een diepte van meer dan 16 meter werden galerijen aangelegd tot 7 km lang. Tijdens de Slag van Verdun werd het een kleine ondergrondse stad met een eigen elektriciteitscentrale, kazematten, infirmerie en een bakkerij die dagelijks meer dan 28.000 broden bakte. Sinds 2021 is het museum volledig vernieuwd. Ga binnen en dompel je onder in de geschiedenis van het fort en van de poilu, de Franse soldaat. Je wordt Jean Rivière (klasse 2013), die van het front rond Verdun met drie kameraden afzakt naar de citadel. Ga aan boord van een gondel met een AR-bril (Augmented Reality) en volg het viertal. Je hoort hun opinies, vragen, meningen en verslagen. Je volgt hen van bakkerij tot de infirmerie. Ook zij weten niet dat ze mogen meedoen aan een ceremonie met de toenmalige Franse president Poincaré, een plechtige uitdeling van medailles in 1916. Hier ook werd in 1920 de Onbekende Soldaat aangewezen tussen verschillende kisten van de slagvelden. Na de gondel is er nog een wandeling door het gigantische complex en wat interactief zoekwerk. Pas wel op: de temperatuur ondergronds is niet meer dan 8 graden en kinderen onder acht jaar hebben geen toegang.
Le Musée du Poste de Garde
Een ideale combinatie is na het citadelbezoek de straat over te steken voor ‘Le Musée du Poste de Garde’. Je kan trouwens zelfs een duoticket kopen. Dit museum is nog maar een jaartje open, maar een must voor Eerste Wereldoorlog-liefhebbers. De man achter dit project, Camille Tridon, is naast een fervent rugbyfan ook weg van de Eerste Wereldoorlog. De Poste de Garde was een soort toegangspoort voor de stad en na grondige restauratie postte Camille hier zijn grote collectie. De collectie is uniek. Tekenaar Michel Dupré nam dienst in het leger in 1914 in een regiment uit Laval. In hetzelfde regiment (het 324ste infanterie) werd ook Pierre Brancher ingelijfd, een begenadigd fotograaf. Aan de hand van de tekeningen en foto’s reconstrueerde Camille via talloze diorama’s het leven van de Franse poilu en het werk is nog niet af. Er zijn plannen om de bovenverdieping ook te gebruiken. Bij het museum is er nog een boetiek van militaria en Camille heeft ook gedacht aan de inwendige mens: in La cantine des poilus, dat bijna ook een museum is, kan je heerlijk eten.
Lekker eten
Nu we toch over lekker eten spreken, nog enkele tips voor het verblijf in Verdun: logeren in een familiehotel met een naar waarde geschat driegangenmenu: Hôtel Les Orchidées, even weg van het centrum met ruime parking.
www.orchidees-hotel.com
Om nog even Rick Stein te citeren, off the beaten track, Restaurant L’Étal in Verdun zelf. Open sinds 2018 met een sublieme vleeskaart lokale producten en een superbediening en ook nog meegenomen, zijn de lekkere, hier wat onbekende wijnen van de Côtes de Toul (onder meer Maison Laroppe uit Bruley).
De slagvelden van Verdun
Rond Verdun vinden we een heleboel oorlogsherinneringen: monumenten, forten, musea en herdenkingsplaatsen. Misschien is het museum Mémorial de Verdun het beste startpunt om een grondig idee te krijgen van het gebied en de Slag van Verdun. Na enkele jaren renovatie is het gloednieuwe museum heropend in 2016. Alledaagse objecten, wapens en veel audiovisuele presentaties brengen inzicht in de strijd en het leven van de soldaten aan beide kanten. Archiefbeelden en kunstwerken uit de loopgraven vervolledigen het geheel. Tijdelijke tentoonstellingen maken ook deel uit van het geheel. Je kan je ticket ook combineren met bezoeken aan de forten van Vaux en Douaumont.
Douaumont
Even verder op de weg verschijnt de immense lantaarntoren van het Ossuaire de Douaumont. Dit is een van de vier Monuments Nationaux, waarvan sprake was in Dormans. Dit is de symbolische plaats als herinnering aan de offers van de soldaten in de Slag van Verdun en omgeving. Grondlegger van dit project was de bisschop van Verdun juist na de wapenstilstand. Zijn reden: duizenden niet-geünificeerde slachtoffers een waardig graf bieden. Zo ontstond het Beenderhuis van Douaumont. In 1932 was er de officiële opening. De hoofdgalerij is 133 meter lang en vol met namen van soldaten, even onderbroken door een kapel. In de galerij zijn 46 sarcofagen boven de kuilen met de beenderen van ongeveer 130.000 gesneuvelden, Fransen en Duitsers. Je kan de beenderen trouwens aan de buitenkant door de kleine raampjes zien. De toren, ook lantaarn van de doden genoemd, is 46 meter hoog en je kan hem beklimmen. Boven krijg je een panorama op de necropolis van Douaumont met nog eens ongeveer 16.000 zerkjes. De lantaarn verlicht ‘s avonds het terrein en er is ook nog een grote klok aanwezig. Elk halfuur is er beneden bij het onthaal nog een introductiefilm van ongeveer 20 minuten. Je zit in een echte cinemazaal (capaciteit 144 stoelen) en je kan via een hoofdtelefoon je taal kiezen.
Vernielde dorpen
Heel wat dorpen in de buurt werden totaal vernietigd en sommige nooit heropgebouwd. Je merkt de borden op: bv. Village Detruit de Fleury-devant-Douaumont. Er zijn er een tiental. In de zomer zal men voor een van deze dorpen, Vaux-devant-Damloup, een applicatie maken voor een wandeling in de buurt, daar waar het dorp was. Via de app zal je het oude dorp in al zijn glorie kunnen bekijken, zowel geschiedkundig als wat biodiversiteit betreft.
De velden rond Verdun
Voor we de slagvelden verlaten, nog een tipje. In de velden rond Verdun is het soms moeilijk om ‘s middags vlug een hapje te vinden. Restaurants zijn nogal schaars. Voor de kleine honger vond ik in Thierville-sur-Meuse, een 10-tal km verwijderd van de strijdgronden, een bakker waar je een lekkere croissant of chocoladebroodjes met koffie kan verkrijgen: Boulangerie-Patisserie MI aan de hoofdstraat. Je kan ze niet missen, ernaast is een grote kazerne van het 1ste regiment Chasseurs en de soldaten in uniform zijn een grote afnemer denk ik.
Dragées Braquier de Verdun
We ronden af met lekkers uit Verdun. De dragee of gesuikerde amandel in Verdun gaat bijna terug tot 1200. In 1871 kwam de naam Braquier al tevoorschijn en in 1921 werd de firma Braquier officieel gesticht op de terreinen waar nu nog wordt geproduceerd. Een sterk ambachtelijk product waar nog veel handenarbeid aan te pas komt. De firma maakt klassieke suikeramandelen (onze suikerbonen) en ook chocoladedragees. Onder meer de Léontines zijn zeer populair bij de koffie. Ook zijn er specialiteiten zoals de explosieve obus en, raar maar waar, dit chocoladebrouwsel dateert van vóór Wereldoorlog Een! Er wordt een omhulsel van chocolade in de vorm van een obus gemaakt. Hierin plaatst men nadien een aantal geschenken, sluit het geheel af met een chocoladedeksel en bevestigt een kleine ontsteking – genre Engelse Christmas crackers. Bracquier is te bezoeken door middel van een rondleiding en een zeer interessante film. Ook de winkel is een bezoek waard. www.dragees-braquier.fr
Slotsom: Verdun heeft meer dan een oorlogsgeschiedenis, we zullen de vele troeven zeker verder ontdekken.
Tekst : Gust Charrin.
Foto’s: Gust Charrin en Peter Minnebo.