1 keer White en 2 keer Oates .

 

East Hampshire heeft naast Jane Austen nóg connecties met grootheden uit de Engelse geschiedenis. We verlieten Chawton in zuidelijke richting en na zo’n 20 minuten streken we neer in Selborne, een ander gezellig gehucht. Hier staat, midden in de High Street, Gilbert White’s House and the Oates Collections. In dit huis maak je een reis doorheen de geschiedenis der natuur aan de hand van verhalen over drie belangrijke Engelsen die deze materie beheersten en er beroemd door werden.

Het huis was eigendom van dominee Gilbert White, die er bijna zijn hele leven verbleef. Hij was in de 18de eeuw een gedreven bioloog en tuinman. Hij beïnvloedde vooral de ontwikkeling van de biologie als wetenschap. Dit deed hij als auteur van een werk dat in Engeland een van de meest gepubliceerde boeken is. In 1789 kwam het uit als ‘The Natural History of Selborne’. Het boek is een compilatie van brieven aan collega-biologen en daarom misschien niet opgevat als saaie materie. Het originele exemplaar bevindt zich nog in het huis. Je kan het beschouwen als een accurate spiegel van het landelijke leven in dit deel van Zuid-Engeland. White ging vooral uit van scherpe observatie met nadien nauwkeurige notities. Hij wordt ook aanzien als een der eerste ecologisten. Het verhaal over Whites leven wordt verteld in het huis en in de grote 18de-eeuwse tuin.

Achter de tuin is er het natuurgebied van Selborne Common. Hier verwezenlijkte Gilbert samen met zijn broer in 1753 de aanleg van een pad, dat hij uitgroef in de heuvel. Dit pad werd ‘The Zig–Zag Path‘ genoemd door de bochtige vorm. Het brengt je naar Selborne Hanger met een niveauverschil van 110 meter. Boven heb je een zalig uitzicht over het dorp, het huis en het Hampshiregebied. Het pad en de omgeving worden nu beheerd door The National Trust.

In de later gevormde uitbreidingen in Gilbert White’s House vinden we nu tentoonstellingen over twee andere merkwaardige figuren in de wereld van Britse biologen. We hebben het hier over The Oates Collections, die handelen over Frank en Lawrence Oates. Frank, die de oom was van Lawrence, was een man van uitdagingen. Hij genoot van elke prestatie met een moeilijkheidsgraad en hield zich vooral bezig met expedities. Centraal- en Noord-Amerika waren zijn territoriums samen met het gebied rond de Zambezistroom. Hij stierf trouwens na een bezoek aan de Victoriawatervallen in 1875. Als telg van het Victoriaanse tijdperk was hij ook in de ban van verzamelen en de mode van opgezette dieren ging ook niet aan hem voorbij, getuige de vele vogels en specimen die hij meebracht van zijn tochten en er de toen populaire bezigheid van de taxidermie op losliet. Je vindt ze trouwens in het huis.

Captain Lawrence Oates, de neef, zocht het dan weer in de koudere streken. Oates was een legerofficier en werd door zijn kennis over paarden door Scott gekozen om hem te vergezellen op de noodlottige Antarctica-expeditie van 1910-1912. Hij is vooral bekend door zijn quote “I am just going outside and may be some time”, die hij uitsprak toen hij zijn einde voelde naderen en hij de schuilplaats verliet midden in een sneeuwstorm om nooit meer terug te keren. Vele authentieke stukken uit de Scott-expeditie staan hier tentoon, samen met een heel interessante pinguïntentoonstelling.

Gilbert White’s House beschikt over een leuke tearoom en een goed gestockeerde winkel. Het is in handen van een liefdadigheidtrust. Toen wij er waren, was er de jaarlijkse ‘Unusual Plant Fair’ aan de gang. Dit evenement ging reeds voor de 24ste keer door op het domein zelf en je waande je er echt in een wereld van Miss Marple en inspector Barnaby (zonder de gebruikelijke omgebrachte dorpelingen echter), met meer dan 30 exposanten rond een grote tent met allerlei Engelse drankjes van real cider, real ale tot de Pimm’s cocktail.

Net als in Chawton House genoten we hier in de tuin ook van een aha-ervaring!

Info: www.gilbertwhiteshouse.org.uk

DSC_0036DSC_0040DSC_0054DSC_0067