Interview Paul Young in de Roma: ‘Do They Know It’s Christmas’ zette me op de kaart in Amerika

De Britse Paul Young uit Luton deed donderdag 22 februari zaal Roma aan met zijn ‘Behind The Lens Tour’.   Hits als ‘Everytime You Go Away’, ‘Wherever I Lay My Hat’ en ‘Senza Una Donna’ blijven sinds de jaren ’80 nog altijd in het radiolandschap opduiken.

Paul Young grasduinde nog maar eens al te graag in het 40 jarige debuutalbum ‘No Parlez’ met toppers als ‘Come Back and Stay’, ‘Love of the Common People’ en het onstuimige ‘Sex’.  Paul zinspeelde met een lach op het laatstgenoemde nummer met de nodige moves “vroeger moest alles snel, maar nu kan het allemaal wat trager“.  Het publiek werd verder verwend met nummers uit de albums ‘Good Thing’ en ‘Behind The Lens’, maar ook met ‘Get ‘Em Up Joe’ van toen Paul nog lid was van de Q-Tips.

In ‘84 en ‘85 passeerde Paul Young al eens op Belgisch grondgebied op hét dubbelfestival Torhout-Werchter en de energie van toen is duidelijk nog niet uitgedoofd. Het was 1,5 uur genieten van Paul’s warme stem.

Allkinds zocht Paul Young 2 uur voor het concert op under the stage van de Roma voor een ontspannen babbel in zijn de artiestenloge.

Even terug in de tijd, de versie van het nummer ‘Love Will Tear Us Apart’ in de Tube Live Sessions 1983 op BBC, herinnert u zich dat nog?

“Ja hoor, waar het allemaal mee begon.”

En opvallend, 2 hyperenergieke backing vocals met respectievelijk blonde en zwarte haarsnit.

“We houden nog steeds contact met elkaar hoor!”

 ‘Touch A Hand, Make a Friend’ van het album ‘Good Thing’ zet u met een hoogwaardige soulfactor in, hoe is die interesse in soul gegroeid?

“Voordat ik solo platen begon te maken, speelde ik 3 jaar in een soulband.  We toerden vooral in de UK en enkele shows in Nederland.  Verder dan dat hadden we van Europa niets gezien.  Deel uitmaken van een soul band vormde voor mij een basis.  Wanneer ik mijn soloproject Paul Young aanvatte, had ik de intentie om nieuwe muziek te maken met die soul invloeden.”

De Roma was ooit de grootste cinema in Antwerpen en daarna een zaal waar vele grote namen gepasseerd zijn zoals Lou Reed, Paul Mc Cartney, Olivia Newton-John,…. Voelt u ook die geschiedenis van een venue aan?

“Ja, en je voelt het gewoon aan wanneer je hier binnenkomt en alle retro posters tegen de muren ziet hangen.”  ( in de artiesten area hangt een affiche van het concert van de The Boomtown Rats in De Roma)

Hoe is de sitar guitar verzeild geraakt in ‘Every Time You Go Away’?

Ik heb altijd van het instrument gehouden, zelfs in mijn nieuw album komt het instrument aan bod in zo’n 5 songs.  Wanneer ik de songs aan het schrijven was, schenen ze goed te matchen met het instrument.  Bij elke kans die ik krijg, zal ik het instrument gebruiken.” (lacht)

Ooit stond u op de affiche Torhout-Werchter in 1984 en 1985.

“Ik herinner me deze concerten zeker, we logeerden anno 1985 in hetzelfde hotel als U2.”

Het debuutalbum ‘No Parlez’ is inmiddels 40 jaar, een momentum waarop de eerste singles uitkwamen en op de radio te horen waren.

“Er kwamen 2 singles uit onder mijn eigen naam en dat voelde heel anders omdat ik voordien in een band gespeeld had.  ‘Wherever I Lay My Hat’ kwam op nr 1 te staan en vanaf toen was alles anders.”

‘Love of the Common People’ stond 4 weken op nummer 1 in België, maar wat is eigenlijk de achterliggende story?

“Het gaat over families die het niet breed hebben of zoals een oud Iers spreekwoord zegt : ‘er is een dorp voor nodig om een kind groot te brengen’. Vroeger kwamen families samen, groepeerden zich om elkaar te ondersteunen, want het waren harde tijden.”

Hoe verschillend is het om op te treden als Paul Young of als groepslid van Los Pacaminos?

(lacht) “Totaal verschillend hoor!  Als Paul Young sta ik centraal, maar ik vind het zeker zo leuk om een stapje terug te zetten en als groepslid van een band te spelen.  Ook leuke tijden beleefd onder de Q-Tips, gelijkaardige situatie zoals in Los Pacaminos.  Het is een meerwaarde om een mix aan stemmen te hebben en instrumentele nummers te kunnen spelen, wat bij Paul Young niet mogelijk is.”

Los Pacaminos heeft ook ‘La Bamba’ op de setlist staan.

“La Bamba is rock ’n roll met een Mexicaanse insteek.”

In de jaren ’80 in België en Nederland de ‘kusjesdans’, wist u dat?

(lacht)

Wat schuilt er achter de albumtitel ‘Behind The Lens’?

“De songs zijn persoonlijker, het is niet de persoon die je voor de camera ziet staan, maar achter de lens, het gaat wat meer over mij.”

Er staan nummers op die je direct naar de keel grijpen, zoals ‘I see a Darkness’, donker… maar zo mooi.

“Mooi nummer, toen ik het aan Zucchero liet horen, zei hij me dat dit het nummer was dat hij altijd al had willen schrijven. Zucchero en ik hebben een gelijkaardige muzikale smaak.

We hebben het nummer meer orchestraal benaderd, zodat het refrein een positiever gevoel geeft. Het originele van Bonnie ‘Prince’ Billy had immers een veel zwaardere stemming.

Ik bekijk het meer van een iets positievere kant met de lyric : ‘ik hoop dat je me ooit zult zien doorheen deze donkerte’.”

Dan is er ook het boek ‘Take A Piece Of Me With You’, waarom moeten we zeker het boek ter hand nemen?

“Eigenlijk is het een boek voor bij de koffie, een memorie van de meest belangrijke 10 à 12 succesvolle  jaren van mijn leven. We zoomen even in op de periode toen ik nog jong was en actief in lokale bandjes.  Het is geen boek vanaf het begin tot op heden.  We noemde de toer ‘Behind the Lens’ omdat we de verhalen vertellen achter Live Aid, Band Aid, The Freddy Mercury concert,…En er zijn altijd leuke kleine anekdotische verhaaltjes.  In de muziek business gebeuren rare dingen, weet je.  (lacht) Het is goed om die verhalen aan de mensen te vertellen.”

Er staat een foto in van u met Stevie Wonder en Curt Smit (Tears for Fears)?

“Die is genomen op een Stevie Wonder concert met Chaka Khan, Aswad, Cindy Lauper en Billy Ocean. Er bestaat een BBC opname van. Great Memories!  Vele nieuwe initiatieven zijn daar ontstaan zoals mijn duet met Chaka Khan en Stevie Wonder ging nadien harmonica spelen op één van mijn songs. Dus aan het concert deelnemen was een goede zaak!” (lacht)

Welk muzikaal event heeft op u het meeste indruk gemaakt?

“Blijkbaar toch Live Aid (1985), omdat zo’n mega event voor de eerste keer georganiseerd werd op 2 verschillende continenten(Verenigde Staten en UK), en wereldwijd werd uitgezonden. Niets zal die sfeer van toen ooit kunnen evenaren.”

Dan het wereldberoemde ‘Do They Know It’s Christmas’ van Band Aid, hoe hebt u dit ervaren, samenkomen met al die 80’s sterren, die op dat moment allemaal veel succes boekten?

“De meeste van hen had ik nog nooit ontmoet.  Ik was waarschijnlijk de nieuwste popster in de studio, met nog maar één album uit.  Ik kreeg een lyric in het midden van het nummer (zingt ‘Here’s to you Raise a glass for everyone’) Ik zong dit stuk in en vond het al geweldig.  Mensen kenden me toen nog niet goed buiten de UK.  Toen ik dan nog bijkomend de eerste 2 lijnen (It’s Christmas time, there’s no need to be afraid
At Christmas time, we let in light and we banish shade
) mocht inzingen van de song, reageerden de Amerikanen met ‘who is this guy!?’.

Dus buiten dat we geld inzamelden voor Ethiopië, zette dit project me ook nog op de kaart van Amerika.”

Hoe kwam het eigenlijk dat u plots de intro van dit nummer mocht zingen?

“Een viertal mensen hebben het ook ingezongen en men heeft iedereen op de juiste plaats gezet in de song zoals Bono, Sting,…..De intro was daarbij ook zeer laag, dus bepaalde artiesten zouden het er moeilijk mee gehad hebben, zoals Boy George bijvoorbeeld.”

Houdt u nog steeds van dit nummer als het jaarlijks weer opduikt in de Kerstperiode?

“Ik begin er alsmaar meer van te houden!”

Wat zijn uw verdere plannen?

“Ik zet de toer met het boek nog verder en verder wil ik wat songs schrijven. Ik ben al een tijdje niet meer aan het schrijven en er dus al even uit en dat is niet goed. (lacht)  Ik ben erover aan het denken hoe het nieuwe album eruit moet gaan zien. Het zal weer iets nieuw zijn, ik luister veel naar country muziek, dus die invloed zal zeker een rol spelen.

Toen ik jong was en naar Afrikaanse muziek luisterde, hoorde je het op de titeltrack van ‘No Parlez’, in ‘Love of the Common People’ (zingt de backing vocal lyric  AAIA).  Het was een uniek album.”

Wat waren uw eigen favoriete artiesten in de 80’s?

“Het waren vooral de artiesten, die zeer verschillend waren van mezelf.  David Bowie, Scritti Politti,….Ik was door hen geïntrigeerd, omdat ze niet dachten zoals ik dacht.  Wat bracht hen ertoe om het album op die manier te maken?  Om de sounds te creëren die ze voor ogen hadden.”

Blijf muziek maken Paul en ‘Come back and stay’ hier in België!

Dank dat u tijd maakte voor dit gesprek, we zien je binnen 3 uurtjes terug on stage.

“Ik kijk er volop naar uit!”

 

www.paul-young.com

Tekst en foto’s: Peter Minnebo.