Charity shops, een echt Britse institutie. Je vindt ze bijna overal, met een enorme verscheidenheid in aanbod. Deze liefdadigheidsorganisaties gaan uit van de meest uiteenlopende doelen en doelgroepen.

Ze verkopen meestal tweedehandsgoederen, die ze als gift ontvingen. Hiermee beogen ze het ophalen van fondsen voor hun organisatie. Traditioneel vond je ze op niet-verhuurde winkelplaatsen, die niet zo populair waren door hun ligging en soms waren ze tijdelijk. Nu is dat tijdelijke verdwenen en vind je ze ook in het hartje van de hoofdwinkelstraat. Zelfs in chiquere Londense wijken kan je ze nu terugvinden. Niet ver van het gerenommeerde warenhuis Harrods is er zelfs een liefdadigheidswinkel met redelijk wat luxekledij.

Een “Charity shop” kan alleen maar gestart en opgericht worden door een organisatie en niet door een enkeling.

Het Leger des Heils is in de 19de eeuw als eerste begonnen met “the Charity Shop” met het inzamelen van tweedehandskledij voor de armen. De winkels zoals we die nu zien, zijn meestal ontstaan na de Tweede Wereldoorlog. Op dit ogenblik zou Groot-Brittannië ruwweg een 9000-tal shops tellen. Bijna iedereen die werkt in de liefdadigheidswinkel is een vrijwilliger. Meestal vind je er kledij, bric–a –brac, kleine huisraad, boeken, cd’s, video’s en kleine meubels te koop. De kopers gaan er meestal op af om enerzijds het liefdadigheidsdoel van de winkel te steunen en anderzijds voor de lage prijs of om iets “retro” dat in een gewone winkel niet meer te koop is, te vinden.

Meer dan 80 % van de te koop gestelde goederen komt van donaties (tweedehands), soms vind je ook bought-in goederen. Het zijn meestal nieuwe klederen die opgekocht worden bij groothandels of zelfs grote kledingketens: ‘uit de mode outfits!’

De liefdadigheidswinkels genieten van een speciaal belastingsysteem, er is geen btw en de regering heft ook geen belasting op de winst. Al het geld gaat naar de organisatie, deels voor de werking (sommige leden van de organisaties zijn geen vrijwilligers) en deels naar het einddoel.

In tijden waarin het economisch wat minder gaat, vind je ook steeds een (logische) revival van de shops. Sommige gewone winkels hebben het er dan ook soms moeilijk mee en spreken dan van een zogenaamde ondermijning.

De lijst met liefdadigheidsorganisaties is werkelijk eindeloos. Je kan geen doel bedenken of er wordt steun geleverd.

De doelen gaan van het steunen van zieken, kinderen, daklozen tot dierenwelzijn.

Zeer bekend zijn bv.: RSPCA (Royal Society to Prevent Cruelty against Animals ) = onze dierenbescherming, of the RNLI (Royal National Lifeboat Institution), de gecoördineerde hulp met reddingsboten aan de kust of The Royal British Legion, dat ijvert voor het welzijn van de legerslachtoffers: de ‘Poppy collection’ of rode klaproos in de periode voor 11 november.

Heel veel liefdadigheidsorganisaties steunen ook medische doelen van de “Hospicen” (louter verzorging) tot specifieke takken in de medische wereld …

Zo is er in 1961 de “British Heart Foundation” gesticht. Ze werd in het leven geroepen door een groep medische professionelen om extra fondsen te verzamelen voor research naar oorzaken, diagnoses, behandelingen en preventie van hartkwalen. Ze hebben ongeveer 460 winkels over het hele land.

Barnardo’s is dan weer een naam die zeer bekend is in Groot-Brittannië voor zijn steun aan kinderen. Ze is ontstaan in het brein van een zekere Thomas Barnardo die in 1866 in Londense straten kinderen zag bedelen en onder de blote hemel zag slapen. Hij startte instellingen voor deze kinderen en bij zijn dood bestonden er al 96.

Age Concern en Age UK staan dan weer specifiek ten dienste van de oudere bevolking, terwijl The Mental Health Foundation zich meer bezig houdt met de naweeën van mentale stoornissen.

Typisch Brits is dat je lijsten kan vinden met bv. de top twintig van beste liefdadigheidswinkels in Londen.