Fleet Air Arm Museum

Het vliegcompartiment van de Britse Navy dateert reeds van de periode tijdens Wereldoorlog I. De naam die men eraan gaf, was RNAS: Royal Naval Air Service. In die periode was het opstijgen en landen via schepen technisch onbestaande. Men maakte wel gebruik van de zogenaamde “seaplanes”, vliegtuigen die men gewoon in en uit het water nam. Meestal werden deze vliegtuigen tijdens WOI gebruikt voor kustpatrouilles, al wordt er ook soms gewag gemaakt van aanvallen op Duitse stellingen. Tijdens Wereldoorlog II en de periode erna zagen we de opkomst van het conventionele vliegdekschip en de Fleet Air Arm nam gestadig uitbreiding. In de jaren ’80 hadden ze met de Sea Harrier een geslaagde innovatie. De Sea Harrier en zijn opvolgers waren jet fighter vliegtuigen die verticaal konden landen en opstijgen. Zij werden o.a. succesvol ingezet tijdens de Falkland Oorlog. RNAS staat ook voor Royal Navy Air Station. De twee belangrijkste zijn Culdrose in Schotland en Yeovilton in Somerset. Op deze vliegbasissen zijn de meeste toestellen van de Fleet Air Arm gestationeerd en worden ook de opleidingen voor het personeel uitgerold.

In Yeovilton vind je ook het Fleet Air Museum. Het museum geeft je tijdens een wandeling door vier enorme hallen een beeld doorheen de geschiedenis van de mix tussen zee- en luchtmacht. Hall I geeft je een overzicht van de ontwikkeling der vliegtuigen en een WOI-impressie met o.a. de Slag van Jutland. Ook is hier aandacht voor 100 jaar Search & Rescue (onze Windkracht 10). Je kan je als piloot inleven in de helikopters zelf, medic of het winching systeem uittesten. Sea King, Westland en Lynx helikopters staan hier broederlijk naast elkaar. De Sea King heeft er een loopbaan van 35 jaar als manusje van alles.

Hall II gaat vooral over de Tweede Wereldoorlog en het conflict in Korea. Hier ook enkele Amerikaanse toestellen met aandacht voor de Slag in de Pacific. Er is ook een interessante bijdrage over de rol van de vrouwelijke soldaten in de lucht- en zeecompartimenten.

Hall III is het spectaculairste. Hier kom je in het gebied van de “Carrier Experience”. Via een simulatiehelikoptervlucht kom je op het vliegdekschip “The Ark Royal”. Hier is een traject van ongeveer een halfuur dat je volgt doorheen heel het dagelijkse leven aan boord van een vliegdekschip. Je volgt de briefings, stand-by zones tot zelfs het catering gedeelte. Via de brug kom je uiteindelijk op de startbaan van het schip. Een zeer realistische nabootsing!

Hall IV is een combinatie van geschiedenis met o.a. het prototype van een Concorde waar je je doorheen heel het toestel kunt bewegen en beseft hoe smal dit vliegtuig was. Ook is er aandacht voor de Falkland oorlog met interactieve films en heel wat memorabilia. Hier ook een Sea Harrier uit die periode. In deze Hall staat ook nog een flight simulator – hiervoor moet je echter bijbetalen.

Op de eerste verdieping is er nog een gaanderij met enkele kleinere voorstellingen en een gezellig plaatsje voor familieactiviteiten (vooral interactief + voor kinderen een verkleedhoekje -o.a. Biggles uniform).

Zoals bij elke Britse attractie zijn er genoeg faciliteiten: het Swordfish Centre, gelegen naast de parking is een “licensed” restaurant en binnen in het museum is er ook nog een kleine eetgelegenheid. De souvenirwinkel is zeer uitgebreid en er zijn toiletten in overvloed.

Ook is er een uitzichtplatform, vanwaar je de naastgelegen vliegbasis kan zien en met wat geluk de beweging meemaken op de landingsbaan. Vandaag zijn er zeer weinig vliegtuigvluchten daar de nadruk bij de RNAS nu ligt bij de helikoptersectie. De Sea Harrier is trouwens reeds geschiedenis, het toestel deed dienst tot ongeveer 2005 en de laatste toestellen werden nog gebruikt door de Indische luchtmacht tot 2016.

Het museum is gemakkelijk te vinden en niet ver van de stad Yeovil.

DSC_0243DSC_0277DSC_0265DSC_0250

Alle info over het museum: www.fleetairarm.com

Reizen naar Somerset zoals gewoonlijk via P&O: www.poferries.com