– “The Western Front” een verdere exploratie

Zomerperiode, of wat er moest voor doorgaan, dus een volgende bezoekje aan een deel van het Western Front. Nu kozen we voor de streek rond Saint-Quentin met nadien het bijwonen van een plechtigheid te Fromelles.

Als begeleidingsgids deden we weer een beroep op de “Battlefield guide” van Major Holt – ditmaal de zuidelijke uitgave. Niet ver van Saint-Quentin is er het dorpje Vadancourt. Op de D33 vinden we het Vadencourt British CWGC Cemetery. De spelling van de begraafplaats Vadencourt is anders dan die van het dorpje Vadancourt, maar de fout die ontstond in 1917 heeft men traditioneel nooit aangepast. Onder de meer dan 700 graven vinden we een brigadier-generaal en een VC (Victoria Cross). Lt. Kolonel Dimmer won zijn VC reeds te Zillebeke in 1914 en was iemand die opklom van gewone soldaat tot een hoge officier. Hij stierf in maart 1918 toen hij te paard een aanval tegen de vijand leidde.

Enkele kilometers verder te Bellenglise zien we het Canal de Saint-Quentin; een punt waar hevig gevochten werd. In 1918 stond dit kanaal bijna droog en was dus enorm gunstig voor troepenbewegingen. Op het gemeentehuis van Bellenglise is een zwartmarmeren plaat bevestigd, waarop staat: “We do not forget Australia 1914-1918”.

Er zijn heel wat kleine begraafplaatsen in deze buurt. Enkele kilometers verder zien we de begraafplaats van La Baraque CWGC, hier 62 zerken, terwijl het enkele honderden meters verder gelegen Uplands CWGC er 43 telt. De N44 is de grote weg tussen Saint-Quentin en Cambrai met een druk vrachtverkeer. Het is niet gemakkelijk om tussen het verkeer een plaatsje te vinden bij een volgende herinneringsbaken van WWI, de Riqueval brug. Ze vormde de afbakening tussen het Britse korps en het Amerikaanse leger. In de laatste fase van de oorlog is hier een van de beroemdste foto’s van toen genomen. Op 2 oktober sprak brigadier Campbell vanaf de brug zijn brigade toe, een massa soldaten die als krioelende mieren de steile wanden van de kanaaloever bevolkten. De brug is er nog, de kanaaloevers zijn nu volledig overwoekerd.

We naderen nu Bellicourt. In dit dorp is de Bellicourt CWGC begraafplaats. Onder de bijna 1200 gesneuvelden ook weer een VC. Lt. Kolonel Vann heeft ook nog het Franse Croix de Guerre en stierf ook tijdens het eindoffensief.

Verder in de richting van Cambrai komen we in Bony, hier is het American Somme Cemetery. Je vindt aan het Western Front erg weinig Amerikaanse begraafplaatsen. Amper 10 misschien? De Amerikaanse politiek was, ook voor WWII, om op vraag van familie veel repatriëringen naar Amerika door te laten gaan. We zien veel gewone soldaten en heel weinig officieren. De mooie, witte, marmeren kruisjes dragen naast de naam en rang ook de staat van afkomst. Hier kunnen we ook de indruk verwerven dat er meer soldaten liggen uit de armere staten.

Het is wel een prachtig park met vier grote perken voor ongeveer 1850 zerken. Je hebt ook een ‘visitors’ centrum met uitleg over de begraafplaats en zeer nuttig, een toilet. De Amerikaanse tegenhanger van het Victoria Cross is hier de “Medal of Honor”. Je vindt er hier drie en de tekst op de graven is goudgekleurd. Ook te vermelden: een kapel met de namen van 333 soldaten zonder bekend graf en 5 vrouwelijke verpleegkundigen, gedood tijdens hun opdracht.

Het laatste CWGC op deze toer bevindt zich 8 km verder en draagt de naam Unicorn. Het ligt volledig in het gebied van het Amerikaanse leger. Bijna 1000 gesneuvelden waarvan zeer veel onbekenden. Het ontwerp van deze begraafplaats komt van Charles Holden, die ook bouwer was van verschillende metrostations in Londen in de jaren dertig. Hier onze laatste VC korporaal Weathers, een Australiër.

Op 20 juli 2012 was het juist twee jaar geleden dat ik voor ’t Periodiekske de inhuldiging meemaakte van de nieuwe CWGC begraafplaats te Fromelles. De overblijfselen van 250 soldaten (Britten en Australiërs) had men toen ontdekt in een massagraf. Dit jaar in maart kondigde het identificatieteam van het Australische leger aan dat men via DNA weer negen Australische soldaten een naam kon geven. De plechtige ceremonie voor het inhuldigen van de nieuwe grafstenen met naam ging door op deze 20ste juli. In aanwezigheid van hoogwaardigheidsbekleders uit Frankrijk, Australië en Groot-Brittannië organiseerde het Australische leger een ceremonie die een uur duurde: een bloemenhulde, een aantal speeches en het vermelden van de namen. Negen kinderen uit het dorp Fromelles sloten de plechtigheid af. Elk kind legde een bloem neer op het graf van een Australiër.

Ook de familie van de negen soldaten was aanwezig. Ik sprak met familie van “private John Cyril Wynn”. Hij was de broer van de grootvader van de aanwezigen, twee kleinzonen gaven DNA en zo kon men weer een naam geven aan een onbekende soldaat. De familie was hier voor een toer rond het Western Front en zou ook nog een monument bezoeken waarop de naam van een andere broer van John staat, ook vermist.

DSC_0132DSC_0124DSC_0140