Zuid-Bourgogne, waar cultuur en natuur goed samengaan

 By Herman Taelman

De regio Tournus-Cluny-Mâcon in het zuiden van de Bourgognestreek heeft het allemaal: culturele hoogtepunten, een verscheidenheid in landschappen en een verfijnde gastronomie. De moeite waard om deze streek te ontdekken. We maken een reis van drie dagen door een aantrekkelijk landschap met enkele hoogtepunten.

TOURNUS en omgeving

Midden in de vakantieperiode valt hier in Tournus meteen de rust op. Een touringcar met een groepje bezoekers komt aangereden, enkele individuele toeristen zie je hier wandelen binnen de oude abdijmuren. Dat was wel anders in de middeleeuwen toen het stadje een heel populair bedevaartsoord werd voor de verering van de relikwieën van de heilige Philibertus en Valerius.  We bezoeken de abdijkerk Saint-Philibert dat een meesterwerk is van vroegromaanse kunst. Indrukwekkend is de rijk versierde klokkentoren. Binnen valt onmiddellijk op dat alles heel licht is, vooral dan de slanke roze zuilen. Ongewoon voor een romaanse kerk. Voor het koor werd de plaatselijke witte steen gebruikt, een zacht bouwmateriaal dat gemakkelijk bewerkt kan worden in zuilen en kapitelen. In de kooromgang zijn er in de vloer mozaïeken uit de 12de eeuw te bewonderen met tekens uit de dierenriem. Tot slot mag je de crypte niet vergeten, het is een echt ondergronds kerkje met slanke zuiltjes. Naast het graf van de heilige Valerius is er een oude kapel met fresco’s.

Op het einde van een wandeling door het oude centrum met zijn kronkelende straatjes en steegjes kom je aan het Hôtel Dieu met de oude ziekenzalen uit 1675. Als je hier binnenkomt kan je je moeilijk voorstellen dat dit ziekenhuis pas in 1982 gesloten werd. Nu heeft het de functie van een museum. De ziekenhuisapotheek met de originele betegeling en houtsnijwerk wordt algemeen beschouwd als de tweede mooiste van Bourgogne, na die van Beaune.

Vanuit Tournus volgen we een deel van het “circuit des églises romanes”, die ook wielertoeristen kunnen volgen. Een wisselend landschap met een opeenvolging van heuvels met weiland, bos en wijngaarden. Een twintigtal romaanse kerkjes uit de 11de en 12de eeuw vind je hier terug in de kleine dorpjes in de ruime omgeving van Tournus. Het meest opvallend is het dorpje Chapaize dat slechts 200 inwoners telt en met zijn typische huizen met een galerij op de bovenverdieping schilderachtig is. De kerk uit de jaren 1100 heeft voor die tijd een hoge klokkentoren van 35 meter met twee verdiepingen voorzien van dubbele vensters. Het was een kwestie van prestige. Hoe hoger de toren hoe meer macht, vond men toen.  Binnen valt de reeks enorme pilaren van meer dan 1 meter diameter op die het groot middenschip moesten ondersteunen. Het geheel is heel sober ingericht, puur romaanse stijl.

Brancion is een middeleeuws dorpje waar de tijd is blijven stilstaan, het is zonder twijfel het mooiste plaatsje van Zuid-Bourgogne. Van ver zien we het plaatsje met zijn vierkante donjon en torens dat op een rotsachtige heuvel ligt. Wanneer we de enorme valpoort gepasseerd zijn komen we langs geplaveide en kronkelige straatjes, vakwerkhuizen en de markthallen. Van het kasteel is weinig overgebleven maar de donjon is mooi gerestaureerd . Langs de ruïnes nemen we de trap van het overgebleven wachttorentje van waaruit je een magnifiek uitzicht hebt over het dorpje en de ruime omgeving. Helemaal aan de andere kant van het dorpje  achter de intacte 14de – eeuwse markthal komen we aan het kerkje, een romaans pareltje en ontroerend in zijn eenvoud. Vanaf het grasveld voor het kerkje krijgen we een van de mooiste panorama’s van Bourgogne dat zich tot aan de gezichtseinder uitstrekt.

We keren terug naar Tournus via het onooglijk maar heel schilderachtig dorpje Blanot met alweer een romaans kerkje en Chardonnay, een dorpje dat zich genesteld heeft te midden van de wijngaarden. Uiteraard proeven we hier een wijntje van het Chardonnay druivenras. Zou het dorpje zijn naam gegeven hebben aan deze druif of is het omgekeerd? Hierop is er geen duidelijk antwoord te vinden.

CLUNY en omgeving

De naam Cluny is misschien niet meer zo bekend tenzij je de geschiedenis wat kent van het christendom. In de middeleeuwen  kwamen miljoenen pelgrims naar hier. De kloosterorde van Cluny was toen de belangrijkste in heel West-Europa en had een gezag dat bijna zo groot was als dat van de paus.

Abt Hugo legde in 1088 de eerste steen van wat toen de grootste kerk van het christendom ging worden. De afmetingen waren spectaculair: een lengte van 187 meter, een schip van 74 meter breed, 30 meter hoogte en 3 klokkentorens. En binnen waren er tal van schitterende fresco’s gemaakt door kunstenaars uit de Italiaanse abdij van Monte Cassino. In 1130 werd de kerk door de paus officieel ingewijd. Na de grote bloei kwam het verval. Door een godsdienstoorlog en de Franse revolutie werden de gebouwen voor een groot deel afgebroken, de stenen ervan werden gebruikt voor vele huizen en andere gebouwen.

En toch worden we bij ons bezoek verrast door wat overgebleven is. We wandelen langs de kapittelzaal met overblijfselen van het koor, de dwarsbeuk en vooral de imposante Tour de l’Eau Bénite, de enige klokkentoren met zijn 3 verdiepingen die overeind gebleven is. Een 3 D-film geeft je een virtuele rondleiding door de grote kerk. Vlakbij de abdij is Le Farinier uit de jaren 1200 een van de mooiste gebouwen met de provisiekamer en de graanzolder. Het gebouw heeft mooie spitsbogen en nog een originele dakconstructie van eiken- en kastanjehout.

Vanuit de oude Tour des Fromages waar de toeristische dienst gehuisvest is maken we een wandeling door de mooiste straten van het oude Cluny met tal van romaanse en gotische huizen, waarmee de stad na Venetië de tweede stad is met gebouwen in deze stijl! Langs de pittoreske rue d’Avril komen we aan “Le Potin gourmand”, een oude pottenbakkerij die met veel fantasie omgetoverd is tot een charmant hotelletje. Het restaurant heeft een authentiek, gezellig interieur en de opgediende gerechten zijn smaakvol.

Van Cluny uit is het een kwartier rijden naar Berzé-la-ville in een sterk heuvelachtig landschap.  De “Chapelle des Moines” is van buiten een onopvallende kapel. Naar het schijnt kwam abt Hugo naar hier om er uit te rusten van de beslommeringen in Cluny. Binnen wacht ons een grote verrassing: prachtige fresco’s in levendige kleuren met centraal de tronende Christus van 4 meter hoog en rond hem de apostelen en twee abten van Cluny. Ongelofelijk, maar waar: pas in 1887 werden ze door een pastoor ontdekt achter een kalklaag die ze eeuwenlang bedekte. Men kan zich voorstellen hoe de hele binnenruimte van de abdijkerk van Cluny er moet uitgezien hebben!

En tot slot bezoeken we een van de mooiste kastelen van Bourgogne: Cormatin. Terwijl de heer van Cormatin ten strijde trok hield zijn rijke echtgenote zich bezig met de inrichting waarbij de Parijse mode op de voet werd gevolgd. Het prachtig kasteel uit de jaren 1600 kon bij de Franse revolutie van een gewisse brand gered worden door de wijnkelder open te stellen voor de revolutionairen… Bij leegstand vorige eeuw stond het domein er vervallen bij tot in 1980 enkele jonge gepassioneerde liefhebbers het kochten met de bedoeling het kasteel en de tuinen een nieuwe uitstraling te geven. De renovatie is heel geslaagd. Nu komen jaarlijks meer dan 50 000 bezoekers naar hier om de vergulde vertrekken in Lodewijk XIII-stijl te bezoeken: de spiegelkamer, de appartementen van de markies en markiezin. Wat een weelderige decoratie! We trekken nog een uurtje uit voor de tuinen, die er zo 400 jaar geleden zouden uitgezien hebben. De wandelpaden leiden ons langs eeuwenoude lindebomen en cipressen, door looftunnels, langs een waterspiegel naar een buxuslabyrint. Alles bij elkaar een topdag met enkele culturele hoogtepunten.

MÂCON en omgeving

Mâcon is naast de hoofdplaats van het departement Saône-et-Loire ook de wijnstad van de hele regio. Er is hier jaarlijks in april het beroemde Foire des Vins dat in heel Frankrijk bekend is. Het Maison Mâconnaise des Vins is een plaats waar wijnliefhebbers wijnen uit de hele regio kunnen proeven en kopen in een heel aantrekkelijk kader met een bar en een restaurant.

Aan te bevelen is een  wandeling langs de kaden van de Saône en de Esplanade Lamartine die een aantal jaren heringericht zijn met een rijkdom aan bloemen en planten en verkoopstalletjes. Van de overkant van de rivier heb je een mooi uitzicht over de oude brug en de stad. Op verschillende plaatsen vind je verwijzingen naar de 19deeeuwse bij de bevolking geliefde dichter-politicus Lamartine: je ziet er zijn standbeeld, een gevelschildering met zijn beeltenis en er is een museum aan hem gewijd. Er is ook een toeristische Route Lamartine naar de wijndorpjes waar de man zijn jeugd en ook nog later een deel van zijn leven heeft doorgebracht.

We maken dan ook een tocht door de Mâconnais met zijn beroemde wijngaarden met mooie en bekende wijndorpjes als  Vinzelles, Loché, Fuissé, Saint-Véran,… Al van bij het verlaten van Mâcon zien we in de verte twee hoge rotsen boven het golvend landschap van wijngaarden uitsteken. Je kunt ze vergelijken met de boeg van een schip. Deze steile kalkmassa is gevormd door de wind die ze na tienduizenden jaren zo gevormd heeft. We beklimmen langs gemakkelijke wandelpaden een van de twee rotsen, de rots van Solutré . Boven worden we beloond met een schitterend uitzicht over het landschap dat bij helder weer tot de Alpen reikt.  Het is een beschermd natuurgebied dat recent tot een van de “Grands sites de France”verklaard is. Aan de voet van de rots was hier in de late steentijd – 50 000 tot 30 000 jaar geleden- een groot jachtgebied voor de toenmalige bewoners. Pas vorige eeuw ontdekte men hier een dikke laag prehistorische werktuigen, botten van rendieren en paarden, gegraveerde beeldjes en botten, op bepaalde plaatsen tot 1 meter hoog. Een deel ervan samen met andere vondsten uit de omgeving zien we in het archeologisch museum in een binnenruimte in de rots.

We lunchen in de charmante auberge “La Table d’Alphonse” op het klein dorpspleintje van Milly-Lamartine: een fijne regionale keuken! De toevoeging van de naam Lamartine aan de dorpsnaam  was een eerbetoon aan de dichter die er gewoond heeft. De natuur was voor hem een grote inspiratiebron. De dorpjes en de natuurlijke omgeving zijn naar het schijnt in die 150 jaar na zijn dood nauwelijks veranderd.

Op enkele kilometer bezoeken we het kasteel van Saint-Point waar Lamartine tijdens zijn politieke en schrijversloopban geleefd en gewerkt heeft. De kamers hebben hun huiselijke sfeer behouden. Je vindt er een aantal persoonlijke souvenirs, o.m. portretten, schriftjes,.. Heel bijzonder vinden we  zijn piepklein overwelfd werkkamertje,  de plaatsen waar hij gasten ontving en de slaapkamer die zijn Engelse echtgenote op een artistieke manier had ingericht. Buiten kan je door het park met terrassen wandelen naar de kapel met de graven van Lamartine en zijn familie.

We sluiten de dag af met een bezoek aan Lugny, waar we hartelijk ontvangen worden in de Cave Coopérative voor een degustatie. We proeven er o.m. witte wijnen waaronder een Mâcon-Lugny Les Charmes, een rode Pinot Noir en tot slot een schuimwijn, een verfrissende crémant de Bourgogne. Met het mooie weer erbij is de dag op en top geslaagd!

Tekst en foto’s: Herman Taelman