Twee jaar geleden, nam ik een vriendin voor haar 70ste verjaardag mee naar Yorkshire.

Ze had de James Herriot series op tv verslonden, dus de voorkeur ging naar the Dales. Herriot was het pseudoniem voor J. A. Wright, een veearts die juist voor WO II van Schotland naar the Yorkshire Dales afzakte, om er als assistent veearts te werken.

De rest is bekend, hij schreef enkele boeken en de BBC maakte er, zoals gewoonlijk, een prachtreeks van (herhalingen steeds welkom).

De man gebruikte niet alleen fictieve namen voor zijn collega’s – Siegfried Farnon & Tristan, maar hij gaf ook andere namen aan de plaatsen in Yorkshire. Gelukkig maakte hij in 1979 een fotoboek “James Herriot’s Yorkshire” en hiermee kon je al een sluier oplichten van de verborgen plaatsen. Ik ben toen op zoek gegaan naar de watersplash uit de begin- en eindtitels van het tv-programma en heb die ook gevonden.

In al die jaren zijn de Dales bijna niet veranderd, de patronen van de stenen muren tussen de velden, het grijze van die stenen in harmonie met de groene velden vol schapen, zijn vooral indrukwekkend als je van het ene dal naar het andere rijdt over de kleine, steile wegen.

Je hebt er ook de kleine “market towns”, type Bedale, Leuburn, of Muker of Hawes, waar steeds veel bedrijvigheid is op de locale veemarktjes.

Onze B&B lag juist boven het dorpje Bainbridge, met zicht over de omliggende Dales. Het weer was goed en we besloten een kaas & wijn picknick te doen boven op de laatste weide van de boerderij. Wijn hadden we veiligheidshalve van “den Delhaize” meegenomen.

In Hawes was het, volgens de landlady van de B&B, markt dus we dachten er al onze inkopen te kunnen doen. De veemarkt was inderdaad enorm, schapen kwamen in massa toe, maar de locale markt was een sisser van belang. Wij, die de woensdagmarkt van Mortsel gewoon waren, of markten in Frankrijk met overvloedige rijkdom aan alle denkbare voeding, kwamen van een kale reis terug. 6 kramen, waarvan 2 met goedkope kledij, een klein minuscuul viskraampje, (in Mortsel het kraampje met de kroketten dicht tegen de spoorweg) en warempel een kaaskraam met drie locale kazen. We kochten er van elk een brok en het brood vonden we in een bakkerijtje in Hawes zelf.

Met onze proviand, 2 geleende glazen en een plaiddeken trokken we in de blakende zon de steile wei op. Dan werd het improviseren om de fles recht te houden. We zetten ze vast met wat stenen (die we niet uit de muren hadden genomen hoor!). De eerste kaas die we proefden, was totaal verzuurd, de tweede was niet te eten en de derde kreeg het voordeel van de twijfel.

Het hoge gras, waarin we zaten, begon een enorm rare soort vliegjes te produceren en na 15 minuten hielden we het voor bekeken. Naar beneden dan maar, met alleen brood en wijn.

Midden in de nacht werd ik wakker van enorme jeuk aan beide armen. Niets mocht baten.

‘s Anderendaags ‘s morgens bij het ontbijt stonden mijn beide armen vol met een massieve uitslag. De andere ontbijtgasten waren landbouwers uit de streek en vertelden me direct dat ik problemen had met de schapenluisvlieg, zeer zeldzaam bij de mens. Ik moest maar zo vlug mogelijk een apotheek opzoeken.

Die dag hadden we een tochtje naar het Lake district gepland en in Kendal, de poort naar The Lakes, ging ik Boots binnen.

Boots is in G. B. de leidinggevende grote keten voor cosmetica en lichaamsverzorging. Ze hebben ook een eigen apotheek.

Bij de apotheekbalie was er een bloedmooi locaal vrouwtje dat mijn armen bekeek, het bekende woord – die vlieg! – uitsprak en me achter de balie meenam naar de hoofdapothekeres, die niet bloedmooi was. Die nam me mee naar een kamertje en begon mijn armen te bewerken met een stalen borsteltje. Meteen kwamen tientallen eitjes naar boven, de daders van mijn lijden. Na een grondige reiniging kreeg ik een sterke corticoide zalf mee voor drie dagen.

Twee weken later waren zelfs de littekens verdwenen.

Ik hoorde dat de vlieg bij schapen jeuk en onrust geeft, maar met het scheren verdwijnen de meeste. “De vlieg” zou ook vleugelloos zijn en alleen lammeren en ooien aantasten.

In feite was dit mijn manier om James Herriot te herdenken, want de man zelf stierf in 1995.