Een Tourrit verder ontgonnen
Op dinsdag 17 juli vertrok in Annecy de tiende rit van de Tour 2018. Een bergrit van 159 km naar Le Grand Bornand. De normale afstand over de weg tussen Annecy en Le Grand Bornand is ongeveer 32 km. Een uitnodiging dus om de rit en de streek eens grondiger te verkennen gedurende enkele dagen.
Het zeer toeristische Annecy en het gelijknamige meer laten we vlug achter ons. De oude binnenstad met zijn smalle straatjes nodigt je wel uit voor een leuke wandeling. Jammer genoeg komen hier hoe langer hoe meer eethuizen en souvenirwinkels. Het meer is 14,6 km lang en twee sprookjeskastelen kijken over het blauwe water uit (het Château de Menthon-Saint-Bernard en het Château de Duingt).
Door de vallei, via de D909, bereik je vlug Thones. Thones is een der centra van de Reblochon-kazen en er is ook veel houtnijverheid. Die is nodig voor het bouwen van de vele houten chalets die je onderweg ziet! In Thones kan je via de D909 vlug verder naar Le Grand Bornand, maar wij nemen de D12. Hier kom je in de Vallei van Manigod. Het dal wordt doorkruist door enkele riviertjes en is omgeven door een bergrug. De met dennen- en fruitbomen begroeide hellingen met tussendoor een oude chalet geven het geheel een fraai karakter. Bezoek in het gehucht Manigod zeker de kerk met zijn imposante orgel. In Manigod begint ook de Col de la Croix-Fry (1477 m). De bergpas met een gemiddelde stijgingsgradatie van 6,3% en met een achttal haarspeldbochten is goed bereikbaar met de wagen. Dankzij de goede infrastructuur is deze bergpas een ideaal skigebied voor het hele gezin. Vanaf de alpenweide boven heb je een weids uitzicht op het gebied van de Aravis. Na de afdaling is het mogelijk om naar La Clusaz te rijden, maar je kan ook even een omweg maken naar de Col des Aravis (1486 m). Boven op deze col heb je een der mooiste uitzichten op het Mont Blanc Massief. Naast de alpenweide is er de kleine kapel van de H. Anna, beschermster van de reizigers. Op de Col des Aravis vind je een winkeltje en enkele eetgelegenheden. Daar er hier geen skimogelijkheden zijn, is de pas gesloten in de winter. La Clusaz is dan weer een populaire vakantiebestemming. Met vier massieven in de buurt kan je er alle wintersporten beoefenen. Een kabelbaan brengt je zelfs van hier naar het Pointe de Beauregard (1647 m), niet zo ver van de Col de la Croix-Fry. Jammer genoeg werkt ze niet in de zomerperiode. In La Clusaz komen we weer op het parcours van de Tourrit. Na enkele km bereik je Saint-Jean-de-Sixt, een aangenaam, rustig vakantiedorp middenin het massief des Aravis, een plaatsje met enkele leuke winkels en een Logis de France-hotel in chaletvorm met wellness- en spafaciliteiten (Hotel Beau Site). Een weetje is ook dat het ODT (office de tourisme) hier het hele jaar open is, terwijl er vele rond Le Grand Bornand pas hun deuren weer openen rond 22 december. Ook is het een prima aanspreekpunt voor de hele streek met aangenaam en ervaren personeel.
Vanaf het dorpje namen de renners de D12. De weg loopt langs steile rotswanden. De rivier de Borne heeft de dalengte uitgesleten in de kalkrotsen. Op de route komen we ook twee schitterend gelegen dorpjes (Entremont en Le Petit-Bornand-les-Glièves) tegen. In dit laatste is een houtbewerkingsbedrijf dat oogt als een kerstwinkel. Hier worden stalletjes, eetgerei, tafels en kasten gemaakt. In dit dorpje verlieten de renners de hoofdweg om de beklimming aan te vatten van de Montée du Plateau de Glières. Deze omweg hebben we niet genomen, de slingerende weg is zeer smal en bijna ongeschikt voor auto’s. Enkele kilometers moeten ook over onverharde weg gedaan worden!
Om de laatste twee beklimmingen te bereiken moeten we van Bonneville door de vallei van de Arve naar Cluses. Het contrast kan niet groter zijn. Een lelijke “Boomsesteenweg”-route brengt ons naar het even zo lelijke Cluses. Gelukkig kunnen we hier snel aan de Col de Romme (1297 m) beginnen. Zo bereik je het dorpje Romme op de top om dan aan de afdaling te beginnen naar een van de mooiste punten van de streek. Vanaf de hellingen is de Chartreuse du Reposoir met zijn typische kloosterarchitectuur zichtbaar. Het is opgericht in 1151 en gerestaureerd in de 17de eeuw. Oorspronkelijk een kartuizerklooster werd het in 1932 een karmelietenklooster. Alleen de kapel en kloosteringang zijn op bepaalde uren open voor het publiek.
Hier in het dorpje beginnen we aan de laatste klim, de Col de la Colombière (1618 m). Een bergpas die ook in de winter gesloten is. Vanaf Reposoir is de klim wat moeilijker. Op de top van de col zijn er diverse mogelijkheden voor wandelingen. Het Lac de Peyre (2106 m) kan je bereiken na zo’n drie uur. Hier vind je de traditionele bergschapen, les Rouges du Rousillon genaamd.
De afdaling naar Le Grand Bornand gaat in feite in twee etappes. Het skioord van Le Chinaillon is een winters verlengstuk van Le Grand Bornand. Hier kan je bv. mooie wandelingen maken naar de Mont Lachat of naar het Lac de Lessy (1753 m). Nu beginnen we verder te dalen en na nog enkele haarspeldbochten bereiken we Le Grand Bornand. De bijna 400 oude chalets in het grote dorp zijn een voorbeeld van de traditionele architectuur. Ook is hier elke woensdag een grote Reblochon kaasmarkt.
Tot slot: de kaasfondues zijn er zalig.
Beste info over de streek: www.saintjeandesixt.com
Tekst en foto’s: A. Charrin
