Bed & breakfast in the seventies

 

Britse logies variëren van dure (meestal te duur) hotels tot farmhouses, guest houses, B&B houses en de selfcatering branche (cottages of camping).

Mijn voorkeur is nog steeds de simpele B&B, met zijn persoonlijke attenties, mooie ligging en meestal maar één of twee kamers. Telkens een andere ervaring en zeker in de jaren ‘70 een belevenis in een andere wereld.

Pasen 1973: mijn eerste “overseas” bezoek op vraag van een pennenvried(in). Door plaatsgebrek bij haar (misschien bezorgde ouders?) logeerde ik bij Mrs. H. in een dorpje in Somerset, niet ver van Cheddar. Zij was de locale B&B lady. Het beste toen was te spreken over de “landlady”. Alle B&B ’s staan beschreven onder de naam van de vrouw, meer om technische redenen i.v.m. het laag houden der belastingen. Sommige landladies waren toen veeleer een kruising tussen Miss Marple en de Matron (de verpleegoverste, vooral te vinden in bv. de Carry on films van de jaren ‘70- Carry on Matron, of Carry on Doctor).

The landlord was en is nog soms de aanspreektitel van de baas van de locale pub.

Mrs. H. had 2 kamers en de sleutel van het huis stak in een van de twaalf konijnenhokken achter in de tuin. ‘s Avonds was het de kunst om in het donker op de tast het goede hok te vinden. De man van Mrs. H. was juist geopereerd aan de galblaas in een era waar men nog niet sprak van “keyhole” chirurgie, maar hoe groter de insnijding des te beter de ingreep. Mrs. H. had haar man verteld dat ik studeerde in de verplegingssector en mijn allereerste “bacon and eggs” was vergezeld door een uitgebreid gesproken medisch dossier.

Haar tweede kamer was verhuurd aan een handelsreiziger uit Wales, die aanhangwagentjes verkocht voor het vervoer van paarden. De man was zeer gelukkig, want op dag 1 was hij zijn voorraad van 5 wagentjes reeds volledig kwijt. Nadien was hij de gehele week steeds te vinden in the Red Lion (de locale pub). Telkens ik nu de aanhangwagentjes van het merk Yffor Williams zie (ze komen uit Wales en je ziet ze hier ook – verwittig maar als je er één ziet – zie ik die man nog voor me).

Verder in de jaren ‘70 passeerde ik nog bij Mrs. S. in York, 14 dagen verbleef ik bij haar, ideale basis om de stad te bezoeken, juist onder de stadsmuren, 5 min. verwijderd van het station. Mrs. S. had 5 kamers, 4 ervan waren bezet door mannen die 5 dagen verbleven voor hun werk in York – British Rail en R. Mackintosh.(van de “bollen” uit de doos en de “goei” zijn altijd het eerste weg!).

Toen ik Mrs. S. de eerste morgen koffie vroeg i.p.v. tea, keken ze me alle 4 met ongeloof aan. Mrs. S. “had a problem”. Ze trok zich bedenkelijk terug in haar keuken met mijn kop. Een aantal geluiden later, ik heb ze nooit kunnen thuisbrengen, stond ze daar met mijn kop vol met haar mengsel. Wat het was heb ik ook nooit geweten. Vreemd genoeg had de smaak een beetje van koffie weg.

Nú is er in elke B&B zelfs op je kamer een gelegenheid om Nescafé te drinken en bij het ontbijt wordt er meestal gebruik gemaakt van een cafetière. Rombouts heeft een afdeling in London en Kenco, een Engels topmerk ginder, heeft ook zijn kwaliteiten.

In 1977 had ik nog een andere koffie-ervaring. Ze werd me gepresenteerd door Mrs. M. op een varkensboerderij in Cambridgeshire.

Bij het ontbijt stond een glazen fles: etiket: een Schotse officier voor zijn tent met zijn Sikhs knechtà de naam Camp. Ik moest de bodem van mijn kop vullen met de dikke brij en overgieten met kokend water.

Camp: een deel van de Britse food nostalgia, beschreven als ik citeer: “a thick black coffee syrup from Scotland with a groovy logo!”

Het is een geheim mengsel van suiker, water, koffie en cichorei, op de markt gekomen rond 1885, zeer populair in beide wereldoorlogen, zowel in het leger als op het thuisfront en nog steeds verkrijgbaar in de grote supermarkten.

In de jaren ‘70 vond men mij ook nog terug bij Mrs. C. in Hereford, die een spraakwaterval was en je ontbijtduur met twee uur verlengde, verder was ze nog lid van the Elim Pentecostal Church, waar de dienst ook twee uur duurde, maar ze had ook connecties bij Bulmers, één der grootste ciderproducenten in de wereld. Hierdoor maakte ik een enig bezoek van een halve dag op heel hun site mee, zowel bovengronds als ondergronds.

Van Mrs. T. in Lamberhurst in Kent kan ik me alleen nog herinneren dat ze de meest gedesoriënteerde hamertenen had, een huis vol wilde wingerd en een tikkeltje aan amateur-hekserij deed.

Bij Mrs. P. in Bath had je het tweede beste vergezicht op deze Romeinse en Georgian spa stad.

Het beste vergezicht had je jammer genoeg vanuit de trein als je van London naar Bristol Temple Meads reed.