In de beginjaren 80 maakte ik voor het eerst kennis met de Cotswolds, een streek in midden Engeland, juist voorbij Oxford, met een wisselend golvend landschap reikend tot ongeveer 300 meter.

Postcard villages en groen wisselen elkaar af en voor de gewone massatoerist is er Bourton–on-the–Water, in feite een pretparkje in miniatuur.

Via het TIC (tourist information centre) van Chipping Camden kwamen we terecht in Broadwell, ongeveer in het midden tussen Stow–on–the-Wold en Moreton–in–the–Marsh, twee kleine marktstadjes in het graafschap Gloucestershire. Het middelpunt van het dorpje was ‘The green’, een groot grasveld waarvan werd gezegd dat het omwille van zijn afmetingen niet moest onderhouden worden door het dorpje zelf, maar door het graafschap. Rond the green, de typische bouwstijl van de Cotswolds, de warme, beige kleur der stenen (lokale limestone), die bij regenweer naar oker overging. De weg rond the green werd onderbroken door een klein riviertje met een diepte van ongeveer 15 cm dat zich gewoon over de weg slingerde. Men vindt dit verschijnsel nog in Engelse dorpjes en het wordt Ford genoemd. Het staat trouwens ook op een waarschuwingsbord voor de automobilist aangegeven.

Een klein Engels kerkje in Engelse gotiekstijl rondde het dorpje af. De kleine dorpspub, The Fox inn, was ook gebouwd in de traditionele Cotswold stone. Ik herinner me de pubbaas van toen nog: een enorme man van bijna 2 meter met twee schatten van … Nee, niet van dochters, maar van Golden Retrievers. Je kon er toen ‘s avonds lekker eten en het bier dat men schonk was Donnington ale, afkomstig uit een kleine brouwerij enkele miles verder. Je kon dit bier maar in een zestal pubs in de omgeving ‘krijgen’ en dit schijnt nog steeds zo te zijn.

Op the green kwamen een drietal wegen samen en op één ervan was onze B&B. Quinmore old Farmhouse was een prachtige woning met in de zomer een hemelse geur van kamperfoelie die voor het huis groeide (wat vind ik de Engelse term honeysuckle toch zoveel mooier!).

Het huis maakte deel uit van een “estate” (boerderij met nog verschillende huizen) en de eigenaar, Mr Hill, had er een “mixed farm” van gemaakt ” dit wil zeggen: deels melkvee en deels graanteelt.

Het melkgedeelte werd gerund door een tennant (soort pachter), hij woonde met zijn vrouw en twee kinderen in Quinmoor old farmhouse. Zijn vrouw nam de B&B voor haar rekening en toen we er in de beginjaren waren, hield ze zelfs op bepaalde uren een klein postkantoortje voor de dorpelingen open.

Adrian, zo heette de pachter, had 120 koeien onder zijn vleugels. Zijn taak bestond er niet alleen uit die koeien tweemaal daags te melken, hij moest ook de opvolging van het kalveren voor zich nemen. Zijn ochtend startte om 3.30h met het in gang zetten van de automatische melkerij – een Alfa Laval installatie met telkens plaats voor 2x 5 koeien. Nadien was het verzamelen van het vee geblazen.

Telkens toen we ‘s morgens om 8.30h aan het ontbijt begonnen, had hij juist gedaan. Ik heb hem enkele malen gevolgd tijdens zijn toer, maar heb toch na 4 dagen afgehaakt omwille van dat onmenselijke startuur. Adrian was ook een pijproker en verknocht aan Clan tabak (voor experts: is te verkrijgen in een geruit pakje). Toen was tabak al bijna niet te betalen in the UK, dus bracht ik hem zo elk jaar zijn voorraad mee.

Het traditionele ‘breakfast’ bij Jenny, de vrouw van Adrian, bestond behalve uit bacon, eggs, mushrooms, sausages en beans, ook nog uit een grote hoop aardappelpuree.

Jammer genoeg heeft Mr Hill begin jaren 90 zijn hele estate verkocht. Geen boerderij meer, de melkerij werd afgebroken en de pachters gingen andere wegen op.

Adrian en Jenny waren niet zo kapitaalkrachtig om het huis waarin ze woonden, te kopen, maar het lukte hen wel een kleine cottage in dezelfde straat te kopen.

Jenny is nog enkele jaren hoofd geweest van het TIC in Stow–on-The–Wold, waar ik haar nog regelmatig ontmoette. Adrian werd vertegenwoordiger in veevoer en beiden zijn nu met pensioen.

Op de terreinen van de boerderij zijn er huizen gebouwd, maar wel in de lokale stijl met de Cotswold stone.

Quinmoor Old Farmhouse staat er nog, maar er is geen B&B meer.

Broadwell green is nu nog niks veranderd en in The Fox inn vind je nog steeds heerlijk Donnington ale.

DSC_0288DSC_0286DSC_0290