Folkestone laat vele belletjes rinkelen, als je zijn geschiedenis nagaat. In Wereldoorlog I was het de voornaamste vertrekbasis voor het Engelse leger naar de slagvelden van het westelijk front, tussen de twee wereldoorlogen was het een der grootste badplaatsen van Engeland en het was de eerste plaats die iedereen zag die in Dover de trein naar Londen nam, na het ontschepen met “den Oostende–Dover”. Nog lang was er een ferryverbinding met het continent vanuit Folkestone, maar toen die ophield in 2000 gaf dit een enorme deuk aan het imago van de stad met bekende gevolgen als leegstand, veel minder toerisme en op de duur een plaats waar je beter wegblijft.

Stilaan kwam echter het idee voor een regeneratieschema, tenslotte was er nog steeds een groot deel van de infrastructuur en ook de mooie uitzichtpunten waren er nog steeds. Er werd geopteerd voor een driedelige aanpak: de oude stad (old town), het stadscentrum (town centre) en het havengebied (harbour area). In elk van deze stadsdelen merk je nu al het resultaat van heel wat werk. In het centrum bouwde men in 2008 “Bouverie Place”, een overdekt shoppingcentrum, met als vlaggenschip een zeer grote Asdasupermarkt (genre Carrefour). Hieraan is ook een enorme betaalparking verbonden. Op het hoogste punt van de parking heb je trouwens een schitterend uitzicht over de stad en de haven.

Voor je de haven bereikt, kom je in dalende lijn eerst in “the old town”. Men noemt dit nu “The Creative Quarter”. Hier vind je nu kleine zelfstandige winkeltjes, boetiekjes, kunstgalerietjes tot verschillende bars en restaurants. Leuk vonden we Django’s bar in Rendezvous Street, waar de toiletten in de kelder letterlijk uitgehouwen zijn in de witte kalkrotsen. Bij de vissershaven heb je trouwens een mooi zicht op de witte krijtrotsen richting Dover. De vissershaven wordt van de oude ferryterminal afgescheiden door het immense, maar aartslelijke Grand Burstin Hotel dat meer weg heeft van een kerncentrale. De oude terminal ligt er nog zeer desolaat bij, maar we hoorden dat het volgende project in de Folkestone-regeneratie hier van start zal gaan. Men wil die aansluiten op de grote promenade die voor ongeveer een mijl langs de bovenweg aan de kust loopt. Dit deel – the Leas Path – volgt the East Cliff en je vindt er zelfs een meer dan 100 jaar oude lift (the Cliff Railway).

Er zijn nog twee opmerkelijke zaken in Folkestone. In de binnenstad kom je geregeld Ghurka-soldaten tegen. Dit regiment van soldaten uit Nepal heeft een basis juist buiten Folkestone.

Ten tweede is een bezoek aan de kerk van St Mary & St Eanswythe ook de moeite waard. Ze is gelegen in een mooi parkje tussen het shoppinggebied en de oude stad. St Eanswythe is de patroonheilige van Folkestone. Ze was de dochter van een edelman en rond de jaren 600 stichtte ze een der eerste vrouwenkloosters in Engeland. Ze staat trouwens afgebeeld op het wapenschild van de stad Folkestone, samen met ene William Harvey. Harvey was een 17de eeuwse arts die de bloedsomloop uitvond. Hij werd geboren in de omgeving van de kerk.

De oudste delen van de huidige kerk dateren van 1138, maar in 1185 vond men bij opgravingen aan een der muren een groot gat, gevuld met een antieke loden kist. Men vond de overblijfselen van een jonge vrouw uit de zevende eeuw. Na onderzoek was men zeker dat dit de restanten waren van St Eanswythe. Men heeft haar opnieuw begraven achter het altaar en zo is deze kerk een van de weinige plaatsen in Engeland waar de beenderen van de patroonheilige van de kerk daadwerkelijk zijn begraven in eigen omgeving.

Binnen zie je aan het plafond een massa boten hangen, boten van allerlei slag, van visser tot koopvaardij. Dit illustreert de geschiedenis van Folkestone als maritieme stad.

Buiten staat nog een mooi Churchyard Cross, de restauratie dateert van 1897, maar de treden en het onderstel zijn nog de originele middeleeuwse.

Als men hier zo voortgaat, kan Folkestone over enkele jaren weer op de kaart staan als stad om toch maar eens te bezoeken.

DSC_0022DSC_0024