Brussel-Zuid is de perfecte start voor een bezoekje aan zowel Londen als Parijs. Thalys en Eurostar zijn hogesnelheidstreinen (hst’s) die, buiten hun kleur, weinig verschillen.

In januari kwamen we per toeval met een groepje dat recent beide hoofdsteden bezocht had, bij elkaar. Met het uitwisselen van anekdotes en nieuwigheden vonden we het ineens een goed idee om een vergelijk te maken tussen een uitstapje naar beide grootsteden.

Verwacht geen saaie, zware statistieken en grafieken. Die zijn er toch maar om gemanipuleerd te worden. Er was in onze groep trouwens geen echte wiskundige of computerfreak.

Gewoon citytrip genieters.

Onze vergelijkingen behandelen voornamelijk lokaal transport, toeristische attracties en eetgelegenheden.

Wat we niet vergeleken, was het vervoer vanuit België. Hier kan je immers zover gaan als je wil – van een gewoon kaartje Eurostar tweede klasse tot een super eerste klasse ticket (wijzigbaar tot en met), of als je de lange, ongezellige treinrit naar Brussel wil overslaan en je woont in het Antwerpse, via Cityjet (het vroegere VLM) van Deurne luchthaven naar City Airport in London Docklands.

Thalys heeft ook verschillende tarieven.

Ook accommodatie was niet aan de orde: je kan in elke klasse een hotel vinden in zowel Londen als Parijs. Twee tot vijf sterren, kleine familiehotels of ketens genre Mercure, Ibis, Novotel enz. In beide steden bestaat ook een netwerk van logies bij particulieren. Uitpuzzelen is de boodschap.

Lokaal vervoer daarentegen is wel een item om eens te vergelijken. Beide steden beschikken over een uitgebreid en handig netwerk van metro, bussen enz.

In Londen is er L. U. (London Underground). Bij hen vind je een 11-tal metrolijnen, met allemaal een naam en eigen kleur, verder is er de DLR (Docklands Light Railway), zijn er de ontelbare buslijnen en een tramsysteem in de buurt van Croydon. Het stedelijke treinnet is ook goed uitgebouwd, samen met het recent aangelegde Overground systeem, dat wel een aparte betaalwijze heeft.

 

In Parijs wordt het openbaar vervoer gerund door RATP voor metro en RER voor het stedelijke treinvervoer. Parijs koos voor kleuren en nummers.

Gedurende het grootste deel van de dag is wachten op een metro in beide steden gelimiteerd tot 3 à 5 minuten.

Het grote verschil ligt echter in de prijs!

Enkele recente tariefvoorbeelden die wel, vooral in Londen, jaarlijks worden aangepast. Laten we ons vooral toespitsen op de centrale zones.

Een single ticket in Parijs à 1,70 euro à 10-rittenkaart: 12 euro

Voor Londen is een single al vlot 4 £ voor zone 1 & 2.

Een dagkaart Parijs (Paris Visite) kost 9,30 euro – er bestaan er ook voor 2 of 5 dagen.

In Londen noemen ze het een Travelcard: voor de zones 1 & 2 kost ze 8 £ en voor de zones 1 tot 4 (heb je zeker nodig voor alle bezienswaardigheden) betaal je 10 £.

Ben je lange tijd in Londen, dan is er nog de “Oyster card”, een elektrisch ticket, eenmalige aankoop met een creditsysteem.

We besluiten dat Londen behoorlijk duurder is qua vervoer. Je hebt er altijd wel het superhandige mapje met een grondplan van het hele underground systeem, dat je in elk station vindt. In Parijs neem je best een gids met plannetje mee.

Een tweede vergelijking kan je maken in de wereld van de toeristische attracties: hier ook een redelijk verschil tussen beide steden. Hou je gewoon van cultuur, dan vind je in Londen een aantal gratis musea als het British Museum, Victoria & Albert, Science Museum, Imperial War Museum en de meeste schilderijengaleries. Parijs vraagt wel toegang tot bv. het Louvre, Musée d’Orsay & Musée de Cluny, al gaat het nooit om bedragen hoger dan 10 euro.

In Londen betaal je dan weer grote bedragen voor de beide grote kerken –Westminster & St Paul’s- de Notre Dame in Parijs is gratis te bezichtigen, behalve als je een bezoek aan de toren wil.

Je kan je voor Parijs ook een museumkaart aanschaffen. Twee dagen kosten je 32 euro. Zeker aan te raden!

Extreme toegangsbedragen zijn er volgens ons bijna uitsluitend in Londen: Madame Tussauds 24 £ – London Dungeon 23.10 £ – The Tower 18.70 £. Dit zijn de prijzen bij de kassa – online betaal je ietsje minder.

In Parijs vonden we het wassenbeeldenmuseum Grevin voor 21 euro als duurste.

Een tip: al wandelend zie je nog veel en soms ook gratis. Een wandeling rond Waltamstow met een bezoekje aan de William Morris Gallery kan in Londen. In Parijs kuier je door de Rue des Rosiers met zijn Joodse bakkers en kan je even binnenwippen in het Musée Carnavalet (geschiedenis van Parijs).

Laatste vergelijking, maar misschien wel de moeilijkste: het eten. Wat uit onze groep naar voren kwam: Londen is veel meer op fast food gebaseerd en op heel wat plaatsen toch duurder. Gewone Britse voeding, “pub food”, is bijna uitsluitend te vinden in de City of de buitenwijken. We vonden meer toeristenvallen in eetgelegenheden in de Britse hoofdstad, zelfs bij Italiaanse en Indische keuken, vooral in het centrale gedeelte.

De bistro’s in Parijs vonden de meesten onder ons het beste, vooral daar waar je de buurtbewoners zag. Een menu van drie gangen voor een bepaalde prijs is nog steeds een aangename formule.

In een klein bistrootje dicht bij Montparnasse vonden we niet meer dan 10 zitplaatsen binnen. Op het menu stond alleen datgene wat de vrouw des huizes die dag had gefabriceerd of een quiche Lorraine of een zalmtaart met spinazie. Het was er zalig en goedkoop.

Wie goede adresjes in zowel Londen als Prijs kent, mag het gerust aan de redactie laten weten.