Absynthe Minded interview over nieuw album Riddle Of The Sphinx
Met nieuwe worp ‘Riddle Of The Sphinx’ etaleert Absynthe Minded goesting, een ongebreidelde drang naar vernieuwing en een flinke portie lef. Lef om, na een carrière van vijftien jaar doorspekt met tijdloze Belpop-klassiekers zoals ‘Envoi’ en ‘My Heroics, Part One’, de artistieke ziel in vraag te stellen en nieuwe muzikale horizonten te verkennen.
Hun zevende langspeler, voorafgegaan door straffe singles ‘Mixing The Medicine’, ’Hell Hole’ en titeltrack ‘Riddle Of The Sphinx’ herbergt twaalf frisse indie-popsongs gewikkeld in een uitgepuurde productie (Wouter Vlaeminck aan de knoppen) waarbij her en der een vleug elektronica opduikt. Met de kenmerkende, warme stem van Bert Ostyn erbovenop. Onbevangen songwriters schap in zijn meest zuivere vorm.
Het iconische artwork dat de wondere wereld van ‘Riddle Of The Sphinx’ perfect weergeeft is van de getalenteerde hand van illustrator Artuur Vandekerckhove.
Absynthe Minded is Bert Ostyn (zang/gitaar), Sergej Van Bouwel (bas), Toon Vlerick (gitaar), Isolde Lasoen (drums) en Laurens Dierickx (keys).
Allkinds was dringend toe aan een break out quarantaine en ging voor het eerst terug op pad voor een face to face interview. We troffen lead zanger Bert Ostyn aan in café Mirwaar in Gent, met veel enthousiasme en nieuwe plannen, terwijl barman Toon Vlerick, tevens gitarist van de groep, een koffietje serveert. Ook voor hem was het een hoogdag vol positieve vibes, om terug klanten te kunnen bedienen, na corona sluiting van enkele maanden. Het café was nog maar net geopend in januari.”
Hoe voelt het om terug fysiek een pers dag te mogen organiseren, op zeg maar, de dag van de bevrijding van de horeca?
“Niet slecht hé om terug mensen in de ogen te kunnen kijken, terug buiten kunnen komen en zien hoe die maatschappij terug moet worden opgestart. Het is heftig geweest en ben blij dat we terug een beetje richting normaliteit kunnen gaan.”
Wanneer beslisten jullie om een nieuw album te maken en voelden jullie een soort nieuwe dynamiek en creativiteit?
“Het album ‘Jungle Eyes’ was een comeback van de groep. Dat album is opgenomen met dezelfde bezetting als die van het nieuwe album. Wouter Vlaeminck (keyboard) heeft zich meer ontpopt en eigenlijk is hij de producer van de band. Het is meer zijn rol geworden, ik zie hem meer als een zesde lid. Eigenlijk hebben we met niemand extern samengewerkt. We hebben alles onder ons kunnen doen. We zijn er vrij snel aan begonnen, maar met veel tussenpauzes. De goesting was er gewoon en het was aangenaam om te werken. Over een periode van 2 jaar, waren er telkens korte intense periodes. Zonder druk van budget, en geen verantwoording moeten afleggen aan een label. Een moderne approach, de budgetten zijn sowieso niet meer als vroeger. Een goeie studio boeken gedurende een maand, kost zeer véél geld. We gebruikten de eigen home-studio’s. Het is vanuit een ‘do it yourself aanpak’ begonnen en we hebben dat kunnen doortrekken. De afmixing gebeurde in de Gam studio’s in Waimes. Daarna hadden we de luxe om dit een paar weken te laten liggen en eraan verder te werken in Gent. Het gaf een soort vrijheid.”
‘The Riddle of the Sphinx’ spreekt al tot de verbeelding.
“Ik heb er zo’n Kuifje gevoel bij. Ken je het raadsel van de sfinx?”
Niet direct…
“Het raadsel van de sfinx luidde: “Wat gaat ’s morgens op vier, ’s middags op twee en ’s avonds op drie voeten?” Toen Oedipus antwoordde dat dat de mens was, die eerst op handen en voeten kruipt, dan op twee benen loopt en wanneer hij oud is op een stok steunt, stortte de sfinx zich van de rots.
Ik vond dit al genoeg om er iets mee te doen.
De liedjes gaan over de rauwe kant van de maatschappij. ‘Exception’ over iemand die zich een uitzondering voelt, ‘Mixing the Medicine’ over in een tanker (maatschappij) zitten die niet kan keren. We moeten nu ook weer door deze corona crisis en gaat er hier iets goed uit komen? Het antwoord weten we niet.
‘Easy’ over een gevoel samen met iemand. Het geluk van te kunnen thuiskomen ergens.
The Riddle of the Sphinx herbergt één groot avontuur. Het is een document van een hele periode van schrijven, waar dingen aan elkaar raken. ‘Pass it on’ gaat over het feit dat je soms eens ne keer beter goed ruzie maakt. Het gaat over dingen die in mij opkomen, die uit mijn leven komen.”
Zit de sound van zo’n album ook in een vast stramien, we willen ‘zo’ klinken.
“Er was de intentie om qua sound bepaalde dingen open te laten, leegte, niet te druk trachten te arrangeren. Drums en vocals, het klinkt al goed, en dan komt er iets bij…iets meer ‘space’. Een open en wijds gevoel, en dat hebben we kunnen doortrekken in de tracks. En dan moet je het kunnen loslaten en er even afstand van nemen, dat heb ik wel geleerd. Door de ervaring en samen met Wouter, zijn we erin geslaagd om er op een losse manier mee om te gaan. Vroeger waren we soms te obsessief bezig. Ik vind dat je het hoort in het album, er zit veel plezier en fantasie in. Het is de eerste keer dat ik dat zo aanvoel bij een album.”
Je hebt dan éénmaal een idee en tekst, dan moet het nog eens omgezet worden in perfect Engelse zinsconstructies en in de gepaste vormgeving van een song. Lijkt me een moeilijke oefening…
“Ik schrijf en denk onmiddellijk in het Engels. Het is voor mij niet zo complex, het is zo gegroeid. Je kan soms met zo weinig woorden iets zeggen, neem nu het nummer ‘Cherry Picking’. De song gaat over iets heel klein, gezellig afspreken met iemand, ‘Cherry Picking conversation, looking in each other faces’.
Ik zou het veel moeilijker vinden om in het Nederlands te schrijven. Ik lees veel in het Engels en ik hou wel van die taal. Ik kan genieten op het moment zelf, wanneer ik met die teksten bezig ben.”
Hoeveel materiaal hadden jullie klaar voor het album?
“Oorspronkelijk hadden we meer materiaal klaar, maar meestal vallen die songs vroegtijdig af, die niet op het album zullen komen.”
Doen we even aan hoesontleding, dan vallen de felle kleuren op, natuur versus stad, een mobilhome op weg naar ergens.
“De mobilhome is de mijne! Een Fiat Ducato met dat bewuste Kuifje gevoel. Daarom hebben we de Riddle of the Sphinx gekozen, omdat het zo kleurrijk en speels kan zijn, naast het mythisch gegeven. Daar ontdekte ik mijn raakvlak met Artuur Vandekerckhove, dezelfde voorliefde voor Moebius en voor zo’n stijl van tekenen. Een heel verhaal met veel details, op de vinyl gaat dit echt prachtig zijn. Arthur is ook maar blijven tekenen, en zijn illustraties passen bij de muziek. “
‘’Mixing the Medicine’ klinkt aanstekelijk Oosters, gekruid met Beatles invloeden. Fris en vernieuwend, jullie hebben er duidelijk heel veel zin in. En dan die intro met die leuke stemmetjes!
( Bert zingt het even voor) “Het is het laatste nummer dat ik geschreven heb voor die plaat. Het is een vinylplaat die ik gesampled heb op verkeerde snelheid.”
Met ‘Masterpiece’ kan ongetwijfeld live iets mee gedaan worden, de drums nemen het voortouw.
“Ja, het is eigenlijk een jam-nummer. Ik verlang er al naar om het live te spelen, het is iets tussen free jazz en dub. Het gaat over het moment dat je twijfelt of struikelt, en dat moment kan best wel eens interessant zijn.”
Hoop (‘There’s a new world around’) en synths in ‘’What in the World’.
“Ik gebruik graag synths in de studio, het zijn gelijk kleuren voor mij. Pianist Laurens kan het allemaal bespelen, jazzy piano en synths, ik hou van de combinaties. Modern klinkend, maar tegelijkertijd warm en vertrouwd.”
‘Clickbait Mermaid’ wekt nieuwsgierigheid op.
“Het gaat over een fictief clickbait artikel dat een zeemeermin gevonden zou zijn in een gracht. Ik stel hierbij gewoon de vraag ‘wat wil je eigenlijk weten?’. Die clickbait, fake news is een gigantisch probleem. Je bent journalist, je weet het hé. Je wil het soms wel weten, zelfs als het niet waar is.”
Een artikel trekt de aandacht, je klikt het open uit nieuwsgierigheid en eigenlijk weet je niets meer.
“Dat wil ik hiermee aankaarten.”
De illustratie bij Hell Hole geeft een vernield gebouw weer.
“Het is de beurs van Brussel die verwoest is. Hetzelfde gebouw, dan nog intact, staat op de hoes.
De positieve boodschap hierachter is, dat een stad aan één zeel moet trekken, met mensen van verschillende afkomst die babbelen en communiceren met elkaar. De uitspraak van Trump, ‘Brussels is a hell hole’ was voor mij de trigger om daar iets mee te doen. ‘’This place, I used to be annoyed’ Die eerste zin. Ik ergerde mij aan veel dingen, maar eigenlijk wil ik alleen maar dat alles beter wordt.”
Kan geprojecteerd worden op de nog lopende Corona crisis, waar veel solidariteit ontstaat.
‘Found a Meaning’ houdt ook een mooie toekomst voor.
“Weet je, ik heb jonge kinderen, ze moeten durven en dromen met niet teveel angst.”
Het is jullie zevende album, met welk album identificeren jullie je het meest? Groepen wijden soms een ganse toer aan één album.
“In 2022 bestaat Absynthe Minded 20 jaar. Misschien komt er ooit een moment van reflectie. Maar momenteel ligt onze focus op live te kunnen en mogen spelen, we willen met het nieuwe album de baan op. Nu met Laurens en Isolde erbij, heb ik het gevoel dat jazz ook nog wel in ons DNA zit. Daar zijn ook mogelijkheden. En misschien moet ik ook gaan nadenken om in kleinere zalen te gaan spelen.”
Jullie betraden al wel eens een mainstage of grote tent in het verleden (Pukkelpop, Werchter). Hoe hebben jullie dit ervaren als jonge gasten met bikini-meisjes die meewuifden in de wind op My Heroics?
“Zalig gevoel! Ik hou immens van het optreden. Het is iets dat leeft in een band en je beïnvloedt en versterkt elkaar. Eén van de mooiste dingen die er zijn. Als ik terugdenk aan Pukkelpop en Werchter, dan was ik erg gefocust. De setlist, alles moet goed zijn. Ik zou het nu meer kunnen loslaten en er meer van kunnen genieten. Fantastisch om eraan terug te denken. Het hoort bij het artiest zijn, ups-and-downs. Soms ben je lang thuis, soms lang op de baan. Iedere keer geraak je uit die situaties, ben je geïnspireerd en schrijf je. Ik ben trots op dit album, omdat het een waardige opvolger is voor ‘Jungle Eyes’. We spelen dikwijls op B-festivals, zoals ze dat noemen, als headliner. Neem nu de Bollekesfeesten in Antwerpen, gratis stadsfestivals, ik doe dat keigraag! Deze zomer stonden ook zeer mooie dingen geprogrammeerd, ik ga dat zo missen!”
Is er steeds een moment van hoogspanning, die ontstaat in de backstage, net voor het concert?
“De adrenaline jaagt dan door je lijf. Zenuwen zou ik het zelfs durven noemen. Je voelt je er klaar voor en het zal lukken.
Na het optreden heb je het gevoel, ‘dit is waarom ik het doe’. We komen dan snel samen met de band en de geluidsman, een hechte familie geworden. Je voelt dat al je energie weg is. En samen iets drinken kan dan deugd doen.”
Een virtuele showcase staat gepland.
“Mensen die het album pre-orderen krijgen een ticket. Mogelijks wordt het een live showcase voor een beperkt publiek met streaming, we zien wel. Zeer binnenkort nemen we hierover een beslissing.”
Je stem klinkt warmer en intenser dan ooit, voel je daar zelf een evolutie in?
“Op ‘Jungle Eyes’ staat ‘Echo Chamber’ en ik heb me toen vervloekt in de studio bij het inzingen omdat ik het niet één toon lager heb geschreven. Nu is dat geen enkel probleem, we kunnen het elk optreden spelen. Ik geloof er persoonlijk wel in dat ik er beter in wordt met de jaren en bij dit album voelde ik me echt op mijn gemak. Sommige takes van de demo hebben zelfs de plaat gehaald, omdat ze zo goed waren. De strofe van ‘Easy’ was de allereerste take.”
De toekomst, ja, dat zullen we nog wel zien hé….
(lacht) “En wij willen heel graag optreden! Als de voetbal begint, dan gaan wij ook optreden.”
De frontfoto van jullie site is een pareltje in vormgeving en kleur, ergens in de natuur. Kalmthoutse heide?
“Het zijn de Drunense Duinen in Nederland, zeer mooi. Zand, strand en bos in één. Mooi in beeld gebracht door Sanja de fotografe. Ik ben daar met de mobilhome naartoe gereden, na de shoot, tafeltje gezet en pistoletjes gegeten, vree gezellig!”
Tekst: Peter Minnebo.
Foto’s: Ilka Bardijn ( Musickness)