Een der allereerste aankopen die ik deed toen ik de diagnose kreeg van ongeneeslijk anglofiel gedrag was het boek “Neem nou Londen” van de Nederlandse Londen correspondent Kees Brusse. Mijn uitgave was die van 1972, de tweede editie na de start van het boek in 1968. Ik heb het boek nog eens doorgenomen, alhoewel ik de inhoud (bladzijden) bijna uit mijn hoofd kende (heb ik trouwens ook bij “Ik Jan Cremer”, maar dit boek ben ik kwijtgespeeld).

Het was fascinerend om te zien wat er in 38 jaar veranderd, aangepast of gebleven is.

Op 15 februari 1971 is men van het aartsmoeilijke twaalfdelige stelsel overgestapt naar het iets eenvoudigere tiendelige, de zes maanden quarantaine voor poes en hond was echter nog van kracht.

Reizen was bijna exclusief met de Belgische Staatspakketboten en naast het toen smerigste station van Londen was de nog smerigere pub, The Dirty Dick, een combinatie van stof, kattenkarkassen, zaagsel en een traditioneel vuile Zuid-Ierse barman zonder tanden. Liverpool Street, dat was het station, is nu volledig gerenoveerd en even efficiënt als zijn “collega’s”-kopstations (Victoria, King’s Cross, Waterloo en Paddington) en denkelijk heeft Rentokil de nu verdwenen pub even grondig aangepakt, of het was the Blitz uit WWII, want je vindt er niks meer van terug.

Het boek geeft nog prijzen van hotelkamers aan rond 6£ en een 7-dagen-ticket voor de Underground kostte 2£! Een uitleg over het gebruik van de telefooncel: leg een muntstuk van 2 pence in de gleuf en pas als de andere kant antwoordt, duw je het ding erin.

Veel aandacht ook voor de 60 “boetiekjes” in Carnaby Street en King’s Road. Af en toe kom je nog een naam tegen die je nu nog in Londen ziet. Ik heb het dan niet over de gevestigde waardes zoals Harrods, Fortnum & Mason of Selfridges, maar meer over detailwinkels. Denken we maar aan Paxton & Whitfield, de kaaszaak bij uitstek in Jermyn Street, of in dezelfde straat Floris de parfumerieshop. Ik ga nog steeds voor boeken bij Foyles op Charing Cross Road in Londen rondneuzen dankzij “Neem nou Londen”.

Pure nostalgie in het boek is het hoofdstuk over de dode zondag. Een periode die toen in Groot-Brittannië een nachtmerrie was, zeker voor toeristen. Nu is het een omgedraaide wereld en kan je ’s zondags over het Kanaal veel meer doen dan hier. Nu is elke grote supermarkt (de superstore) op zondag open van 9.00h tot 16.00h en recent ontdekte ik dat je bij Sainsbury (een der drie grote ketens) je al een half uur voor normale opening binnen kan voor wat de Engelsen browsing = rondkijken, noemen en desnoods kan je je karretje al vullen terwijl de kassa’s nog niet open zijn.

38 jaar geleden was er geen sport op zondag, musea waren toe en geen enkel evenement haalde de zondag. Het voorstel was: slaap goed uit en lees een der dikke zondagskranten, die er trouwens nu nog zijn en een festijn om er uren mee bezig te zijn. De pubs gingen toen ook nog om 02.00h toe en een Sunday roast kon je toen beter thuis tot je nemen.

Een zondagsmarkt was er toen al wel àPetticoat Lane kwam toen trouwens van een oude, traditionele Jodenmarkt en die rusten zaterdag.

De musea, beschreven in het boek, zijn meestal de oude paradepaardjes van Londen. De London Dungeon bestond nog niet en om te griezelen had je alleen The Chamber of Horrors bij Madame Tussaud (toegangsprijs 1972: 60 pence!). In London Zoo kregen de chimpansees nog “tea” om klokslag 16.00h.

Greenwich, Hampstead en Camden worden beschreven als tochtjes ver buiten Londen. Er was toen nog geen DLR (Docklands Light Railway) of de nieuwe Jubilee Line.

In het hoofdstuk over eten nog een zalig gevoel zonder Amerikaanse fastfood toestanden of fletse koffiezaken zonder hart.

De zeven wandelingen die in het boek van Brusse voorkomen, zal ik toch nog eens opnieuw doen met het boek er bij. Wie weet wat we nog (her)ontdekken?

Tenslotte was voor mij de topper uit het boek een stukje uit ‘Londen voor niks’. Wat was er gratis, maar toen al schaarser aan het worden? De echte Londense mist, een item toen te koop als souvenir (foto in het boek trouwens). Een luchtdicht blik echte mist of “Genuine London Fog” zoals op het blik vermeld stond.