Als we naar het historische landschap van Groot-Brittannië kijken, denken we meestal aan kastelen, kathedralen of statige herenhuizen. Nogal vlug vergeten we hierbij de historische schepen die de tand des tijds hebben doorstaan en door grondige restauratie voor het nageslacht bewaard zijn gebleven. Denken we maar aan Hendrik VIII’s Mary Rose of Nelson’s Victory. In dit illustere gezelschap mogen we zeker de Cutty Sark niet vergeten. Bij de Cutty Sark denken we vooral aan zeil, thee en snelheid. Zonder het belang van thee was het schip er misschien niet gekomen.

NMM Retail shots

NMM Retail shots

Thee die vroeger bijna uitsluitend uit China kwam, werd populair in Europa dankzij de Portugezen en de Nederlanders in de 17de eeuw en bereikte Engeland rond 1650. De steile opgang was vooral te danken aan Catherine van Braganza, de vrouw van Koning Charles II, een Portugese trouwens, die de drank introduceerde bij de adel. In die periode werd thee nog beschouwd als een luxeartikel, waar ook nog veel taks opstond. Dit zou echter omzwaaien bij het begin van de Victoriaanse periode toen thee voor iedereen betaalbaar werd. De vraag werd alsmaar groter en er was ook een rush naar verse thee of zelfs naar de eerste thee van het seizoen. Het werd bijna een competitie zoals we die honderd jaar later zouden meemaken met de eerste flessen van de Beaujolais Nouveau! Zo werd het transport van thee uit China naar Groot-Brittannië vanaf die periode bijna een racewedstrijd. Men begon met het bouwen van nieuwe schepen, de zogenaamde clippers. Vooral de stockageruimte en snelheid waren primordiaal. Eigen aan de nieuwe schepen was een lange, nauwe romp met een spitse boeg. De Britse scheepshandelaars vonden hun gading bij verschillende Schotse scheepsbouwers. John Willis was een Schotse reder die zich na een periode op zee in Londen vestigde om er zich te specialiseren in de theebranche. Hij was het die de opdracht gaf aan een bedrijf in Dumbarton Schotland voor de bouw van zijn cargoschip: de Cutty Sark. Het werd een zeilschip met zowel ijzer als hout in de constructie. Eind 1869 was het schip zeewaardig en in februari 1870 vertrok het voor de eerste Chinatrip. De Cutty Sark kwam terug met meer dan 600.000 kg thee (hiermee kan je, naar ik hoorde, ongeveer 200 miljoen koppen thee maken). De dossiers met de soorten thee bij de cargo zijn in de loop van de geschiedenis verloren gegaan, maar men neemt aan dat het meestal om zwarte thee ging; groene thee was in die periode nog niet zo populair. De eerste trip van Shanghai naar Londen werd gedaan in 110 dagen. Dit was geen uitschieter, sommige “collega”schepen deden het af en toe in ongeveer 99 dagen.

Waarom koos Willis voor de naam Cutty Sark voor zijn schip? Nogal duister, want bijna al zijn andere schepen hadden de naam van een Schotse rivier. Hij haalde de naam uit een gedicht van Schotlands beroemde dichter Robert Burns. A Cutty Sark is een onderkleed dat in een van de gedichten gedragen wordt door een jonge heks!

Veel respijt kreeg het schip echter niet. In 1870 waren er nog 59 theezeilschepen op de Chinaroute, zeven jaar later nog maar 9. Meer en meer stoomschepen namen de plaats in en de opening van het Suezkanaal waar de wind altijd in het nadeel was van de zeilschepen bezegelde het lot. De Cutty Sark ging zich nu op de wolinvoer uit Australië toeleggen tot het schip in 1895 werd verkocht aan een Portugees bedrijf. Onder Portugese vlag veranderde het nog driemaal van eigenaar tot het in 1922 opnieuw in Britse handen kwam. Het werd deels een oefenschip voor cadetten en deels een kleine attractie. Het verval was toen echter al begonnen en tijdens Wereldoorlog Twee zeker niet meer te stoppen. Gelukkig was er de directie van het National Maritime Museum in Greenwich die het bijna-wrak van de ondergang zou redden, het schip in 1954 naar een dok in Greenwich bracht en de restauratie startte. In 1957 was er de plechtige opening als drijvend museum. Het schip had echter nood aan een langdurige renovatie. Stormen, oorlog, verwaarlozing en de tand des tijds hadden meedogenloos toegeslagen en een masterplan drong zich op. Dit startte in 2006, maar in 2007 werd het schip geteisterd door een brand (gelukkig was veel afgebroken en opgeslagen). De restauratie duurde door de brand echter 18 maanden langer en in 2012 ging het schip weer open voor het publiek. De romp werd drie meter boven de grond geplaatst en ter hoogte van de waterlijn is er een glazen dak. Beneden is nu alles beschermd tegen weer en wind. De cafetaria is gesitueerd in de glazen kooi, je kan dus perfect je afternoon tea nemen onder de romp van het schip. Hierbeneden ook nog een mooie collectie figureheads of de boegbeelden van vroeger. Ondanks de brand is nog 90% van de romp origineel. Tijdens je bezoek heb je vanaf het bovendek een prachtig zicht op de Thames en op de skyline van de Dockyards. Binnenin veel interactief gebeuren. Je kan zelf racen van China naar Londen via de scheepskaarten en je hoort vele verhalen over de karakters aan boord en in de cargo. Over deze cargo kan je blind voelen wat er allemaal vervoerd werd. Tot slot: probeer even het scheepswiel dat waakte over het schip van ongeveer 963 ton en meestal 27 bemanningsleden. Ook de moeite is in het verblijf van de kapitein en zijn officieren de originele ophanging voor glazen en flessen.

Cutty Sark evening photos

The Cutty Sark is een onderdeel van RMG (Royal Museums Greenwich). Je kan afzonderlijke tickets verkrijgen of een dagticket voor alle musea. Over de andere illustere gebouwen lees je volgende keer.

Alle info: www.rmg.org.uk

Foto’s: © persdienst Royal Maritime Greenwich (RMG)

Cutty Sark captain's cabin -® National Maritime Museum, London