The Oxford nurses

In december 1995 bracht ik een bezoek aan het Nuffield hospitaal in Oxford. Volledig heet het: The Nuffield Orthopaedical Center. Deze naam kreeg het na 1930 toen een zekere William Morris – autobouwer in Oxford – remember Morris Cooper en Austin – als weldoener een massa geld aan het lokale ziekenhuis gaf. Morris werd later Lord Nuffield, vandaar. Het hospitaal was en is nog steeds gespecialiseerd in de wereld van beenderchirurgie, reuma aandoeningen, beenderziekten enz. In orthopedie wordt de zogenaamde koude chirurgie gedaan, d.w.z. geplande ingrepen. Traumapatiënten en andere urgenties komen in Oxford in het grote John Radcliffe hospitaal, enkele kilometers verder (lokaal wordt het afgekort tot J. R.). Voor de Nuffield met alleen geplande opnames is dit een ideaal patroon naar opname toe. Het baanbrekende werk op het gebied van knieprothesen (de zogenaamde kunstknieën) heeft het hospitaal geen windeieren gelegd. In ’t kort: rond 1982 begonnen twee dokters, Goodfellow & O’ Connor, er met de eerste halve knieprotheses (unicondylair genoemd). Het resultaat was zo goed dat ze de Oxfordprothese werd genoemd. Nu wordt deze ingreep trouwens ook bij ons gedaan. Toen ik er in 1995 was, was het hospitaal een typisch Engelse laagbouw van vroeger, met paviljoenen, dikwijls nog verbonden met gangen in doorzichtig plastic. Alles lag ver uit elkaar. Een project van 5 jaar resulteerde in 2008 in een ultramoderne kliniek en wel op hetzelfde terrein. Er is zelfs accommodatie voor 90 personen, zowel artsen als verpleegkundigen.

Ik bracht een week door in het hospitaal, het onthaal was goed en de bijscholing zeer nuttig. Het extraatje dat ik altijd vlug in Oxford centrum was, was mooi meegenomen. Het waren de hoogtedagen van “Inspector Morse” en ik heb nog een getekend exemplaar van “The Daughters of Cain”, die Colin Dexter, de schrijver van Morse, zat te signeren in Blackwells, de immense boekwinkel in Broad Street. Toen kon je nog gewoon met de wagen door centraal Oxford rijden. Nu is het beter de “Park & Ride” te nemen. Colin Dexter woonde toen in Summertown, een district van North Oxford. Hij wandelde regelmatig met zijn hondje voorbij de B&B die ik in Summertown had, dicht bij de weg naar Wolvercote, nog een verwijzing naar de ‘Morse series’. Tussen haakjes, dit jaar start de verfilming van de vierde serie rond Inspector Lewis – ingewijde, trouwe volgers van de Britse detectives zullen hem wel kennen als Sergeant Lewis, de rechterhand van Morse. De vierde serie zal, zoals gewoonlijk, weer bestaan uit 4 verschillende afleveringen en Kevin Whately als Lewis en Laurence Fox als zijn helper, sergeant James Hathaway, nemen weer de hoofdrollen voor hun rekening. Ja, hun baas is nog steeds Chief superintendent Innocent! Op het scherm te zien begin 2010.

Mijn laatste avond in the Nuffield bracht ik door in “the Barrack”, zo werd de “mess” van de verpleegkundigen genoemd. Velen waren intern en kwamen in “the Barrack” voor een drankje, om te snookeren, of gewoon voor een praatje. Ook deze plaats schijnt nu volledig vernieuwd te zijn. In december was er toen een traditionele “Cheese & wine party” als voorbereiding op Kerstmis. Crackers en hoedjes ontbraken ook niet. Er werd toen afgesproken om, als verbroedering, een jaar later iemand van de verpleging naar ons ziekenhuis uit te nodigen. Zo gebeurde het in oktober 1996; alleen kwam er niet een, maar kwamen er twee verpleegkundigen naar Erasmus Borgerhout.

Gail & Elisabeth arriveerden in Deurne via Londen en zouden een week blijven. We hadden voor hen een heel programma op poten gezet. Logies vonden we voor hen in een leegstaand huis van familie, zo konden ze overnachten. Voor de voeding waren er al enkele etentjes met respectievelijk het artsenkorps en de verpleging gepland.

Elke ochtend ging ik hen afhalen. Ze hadden een vers gestreken uniform bij, een uniform naar Engelse normen, met groot ceintuur en dito gesp met het insigne van de Nuffield kliniek en … niet te vergeten, de zware, gesloten, zwarte schoenen, die nu nog in vele hospitalen gedragen worden.

Taalproblemen waren er bijna niet, zelfs niet toen ze even bijna eigenhandig de dienst moesten overnemen wegens ziekte van enkele personeelsleden. Vooral de Leonidas pralines van de patiënten konden ze appreciëren. Er werden ook enkele bezoeken gepland: de oude diensten van het St.-Elisabeth ziekenhuis, met kapel en Elzenveld waren er bij.

De Oxford girls verlieten ons na die week en af en toe horen we nog van hen. Gail heeft nu een leidende functie in de wondzorg van de Nuffield, terwijl Elisabeth naar Blackpool, in het noorden, is getrokken om er verder te studeren.