Sommigen zullen denken, hola, daar is hij weer met wereldoorlog I en in feite waren we gestart met “England ánders”. Beloofd, volgende maal zal ik literair opnieuw het Kanaal oversteken, maar nu wil ik nog mijn twee laatste trips 2009 naar “the Western Front” uit de doeken doen. Het is toch nog altijd een stukje “Britain” en het fascineert me enorm.

Een woensdag in oktober, erg zonnige dag, geen wolken, wel een gure noordenwind. Een koffiestop boven op de Aire des deux caps (autosnelweg) met een heerlijk zicht op de Dover klippen en dan richting Etaples. Het stadje zelf blaakt niet van schoonheid, daarvoor moet je bij buur Le Touquet Paris Plage zijn. In Etaples (voor de Engelsen “Eat apples”), waren in de duinen 11 grote legerhospitalen, een station en enkele Rode Kruisposten. Men kon hier zorgen voor ongeveer 22.000 gewonde of zieke manschappen. De immense begraafplaats begon dienst te doen in 1915 en telt 11.436 zerken. Door de segregatie op de ziekenzalen is er ook een indeling in de zerkenrijen, een scheiding tussen officieren en andere graden. Meerdere verpleegsters liggen hier ook. De aanvoer kwam van het gehele front. Je vindt hier quasi elk regiment: van Canadezen over Zuid-Afrikanen tot de enkeling uit British West-India, zeelui, piloten en aalmoezeniers. De grote inkom met zijn stenen vlaggen van de hand van Sir Edwin Luytens staat imposant boven de eerste duin en geeft een mooi zicht over de begraafplaats. Daar dit geen oorlogsgebied was, vind je hier bijna geen verdere CWGC meer. In de vallei van de Canche, de lokale rivier, kom je er echter nog enkele tegen na uitgebreid zoeken. Tip voor eten: Auberge de la Canche, naast de rivier, niet ver van Montreuil op de D939 te Beutin.. Op de D340 juist voorbij het dorpje Fillievres, is er een CWGC met zo’n 90 graven. Lt. Baxter heeft een VC (Victoria Cross) en een Luitenant Kolonel is er ook begraven. Iets verder, in Ligny sur Canche, ga je door het dorpje en via een smalle, bochtige landweg kom je na ongeveer 3 km in Ligny sur Canche British Cemetery. Deze kleine, bijna niet bezochte begraafplaats (80) heeft een mooi houten ingangspoortje waarachter twee lijnen zerkjes leiden naar het Cross of Sacrifice. Het geluid van de bladeren van de bomen in de vallei is het enige wat de stilte doorbreekt.

 

Deel twee had plaats in november, op “Remembrance Sunday” (zondag dichtst bij 11 november). Nu geen prachtige zon en open hemel, maar een kille, miezerige dag met temperaturen rond 5 graden. Ons eerste doel was een kleine begraafplaats in de omgeving van Arras. Het graf van de grootvader van Engelse vrienden van ons bevindt zich op Tigris Lane CWGC. De grootvader was luitenant in een Canadees regiment. Het gebied rond Arras maakte deel uit van de Artois veldslag (1917). Hier lagen verschillende Canadese divisies.

In het centrum van La Targette is er een gecombineerde begraafplaats: het grote, Franse deel (11.400 – en een perfect symmetrisch patroon van kruisjes) wordt geflankeerd door een CWGC met ongeveer 330 graven.

Enkele km verder komen we in Cabaret Rouge, een ongewone naam voor een CWGC begraafplaats. Het was eerst een (klein) cafeetje, volledig in rode steen en met een rood dak. In mei 1915 werd het compleet verwoest door een granaatinslag.

Hier liggen 7.655 manschappen begraven, merendeels Canadezen. Een grafsteen markeert de plaats waar in 2000 een onbekende soldaat is opgegraven en naar het National War Memorial in Ottawa werd verplaatst. Je vindt er ook enkele zerken met namen van soldaten die tijdens de oorlog op Edward Road, begraafplaats iets verder op, waren begraven. Edward Road werd echter volledig door Duitse bombardementen vernietigd.

Wij waren ‘s middags verkleumd en hongerig en de oplossing daarvoor bood Estaminet A l’ Potée de Léandre in Souchez. Een landelijke keuken met ‘s zondags een betaalbaar menu op grootmoeders wijze.

In dit gebied komt een herinnering aan de Fransen ook van pas en als eerbetoon wil ik even afwijken van de CWGC en het Britse gebied.

De streek was zeer belangrijk: een deel van bezet Frankrijk vol met koolmijnen en fabrieken à een productie in handen van de Duitsers. De heuvelachtige toppen van Vimy en Lorette moesten dus hoe dan ook ingenomen worden. Vimy Ridge was het gebied door de Canadezen uitgekozen.

Lorette werd voor de Fransen in 1915 een aanvalsgebied. De heuvel is 165 m hoog en had al een kapel in 1727. Na de oorlog werd L’ Association de Notre Dame de Lorette, een nationaal monument, opgericht.

DSC_0089DSC_0149DSC_0152

Je vindt hier een begraafplaats met 19.000 graven, een grote kapel en een ”ossuaire” (beendermassagraf) met lichttoren.

Het eerste graf dat je tegenkomt, is dat van de bevelhebber General Barbot, iets verder liggen vader en zoon De Sars (WWI & WWII). Binnen in de kapel zie je een massa herdenkingsplaten voor gesneuvelden zonder graf. Eén ervan: François Faber – 1915 Vreemdelingenlegioen. Hij was Luxemburger en won in 1909 de Tour de France.

Als anekdote nog dit: op de terugweg het CWGC Vermelles. Hier broederlijk naast mekaar de soldaten Parsley en Garlick. What is in a name?