DSC_0042DSC_0053

 

 

Whitby in North Yorkshire is zowel de poort tot het North York Moors National Park als tot de Heritage Coast. Gelegen aan de kust wordt het stadje in tweeën gesneden door de rivier Esk. De haven heeft nog een kleine visserijbedrijvigheid en kende in de 18de eeuw een grote voorspoed door de toenmalige walvisvaart en aan- en afvoer van koolschepen. Op een dezer koolschepen leerde een zekere James Cook het zeemansberoep. James Cook, zeeman en ontdekkingsreiziger werd geboren in Yorkshire en er zijn maar liefst 4 musea aan hem gewijd. Het volledigste vind je in Grape Lane. Dit was het huis van John Walker, een reder waarbij James leerling was. Cook maakte drie wereldreizen, de derde werd hem fataal op Hawaï. Het museum geeft je een goed beeld van de drie reizen en de manier waarop Cook belang hechtte aan navigatie en kaartlezen. Hij ontrafelde de geheimen van lengte- en breedtegraden en maakte ook intens gebruik van de stand van de sterren. Hij nam trouwens op zijn reizen ook steeds wetenschappers mee, die de onbekende dieren en planten van de andere continenten beschreven. Captain Cook gaan we zeker nog terugvinden in Whitby. Zijn beroemdste schip was The Endeavour, een naam die bij fans (zoals ik) van Britse misdaadseries een belletje doet rinkelen. Endeavour was ook de voornaam van onze Oxford-speurder, Inspector Morse.

DSC_0044DSC_0071

Grape Lane ligt in het oostelijke gedeelte van Whitby, juist voorbij de ongeveer 100-jarige “swing bridge”. Kleine, smalle straatjes, waarvan veel nog met kasseitjes, brengen je naar een uitdaging: de 199 trappen naar Whitby Abbey. Bijna boven kom je eerst bij St. Mary’s church, een zeemanskerkje met een Normandische toren en binnenin nog authentieke “pews” of boxen, waar de congregatie in feite elkaar niet kon zien. Even verder zie je de ruïnes van de 13de-eeuwse abdij van Whitby, hoog op de klippen boven de Noordzee. Je hebt spectaculaire vergezichten zowel op het stadje, als op de haven en de omliggende kust. De abdij is nu in handen van English Heritage en het nieuwe bezoekerscentrum is zeker de moeite waard. Hier vind je genoeg uitleg om daarna rustig rond de ruïnes te “fladderen”. We zeggen speciaal “fladderen”, want Whitby en zijn adem wordt altijd en eeuwig geassocieerd met Bram Stoker en zijn literaire wezen Dracula. Stoker die van Ierse afkomst was, bezocht Whitby als toerist in 1890. Hij had nog geen naam voor zijn hoofdpersonage en in een bibliotheek in de stad vond hij een geschiedkundig werk over Walachije en Moldavië en het boek leerde hem dat “dracula” Wallachijs was voor ‘duivel’. Zo ontstond Graaf Dracula. De abdij zag hij voor het eerst vanaf de westelijke kant van Whitby (het strand, de rotsen en de 199 treden). In het boek zelf heeft de abdij geen belangrijke rol, maar er wordt af en toe naar verwezen. ‘Dracula’ kwam uit in 1897 en eerlijk gezegd kreeg het boek een middelmatig onthaal. Het zijn vooral de opeenvolgende films die van de graaf een beroemdheid maakten.

Er was al een abdij gesticht in 680 door een zekere Hilda (een non die later St. Hilda werd), een naam die we tijdens de reis nog af en toe tegenkwamen (schoolnaam, …). Zoals bij vele abdijen kwam er verval na periodes van bloei. Hier ook zie je de sporen, tot zelfs in 1914 wanneer de Duitsers de ruïne beschoten.

DSC_0055DSC_0066DSC_0078

Je kan in Whitby alles gemakkelijk te voet doen. Voor een parkeerplaats is het wel even zoeken, het stadje is zeer populair, wat we zelfs in september ondervonden. De grote betaalparking bij de haven is een oplossing en dan zit je ook vlak bij het toerismegebouw.

Het westelijke gedeelte is meer residentieel en hier is ook het Pannett Park. Dit mooie park is in 1928 aangelegd en heeft zijn jaren ’30-stijl goed behouden. Door zijn ietwat hoger gelegen locatie heb je hier trouwens nog een grandioos zicht op de Abdij. Het kleinood hier is echter het Whitby Museum. Verwacht hier geen modern museum, maar dit maakt het zo aantrekkelijk. Een ouderwets museum in een ouderwets gebouw. Het is opgericht in 1823 en geeft een fascinerende blik op het erfgoed van Whitby en zijn streek. Het begon allemaal met het idee een museum voor fossielen te bouwen. Fossielen die in deze regio, die niet voor niets The Dinosaur Coast genoemd wordt, enorm te vinden waren. Je vindt er zelfs een fossiele krokodil. Meer dan 90.000 voorwerpen vind je hier in de originele Edwardiaanse atmosfeer. Alles bijna in glazen kasten, een schatkist aan voorwerpen! Je vindt er scheepsmodellen, opgezette dieren, allerhande gebruiksvoorwerpen en natuurlijk ook, onvermijdelijk, een afdeling gewijd aan Captain Cook. Als je buitenkomt, weet je ook meer over de uitvinder van het kraaiennest, die uit Whitby kwam. Een zeer bekend object in het museum is “The Hand of Glory”, een echte mensenhand uit de 17de eeuw, afgesneden van een terdoodveroordeelde die nog aan de galg hing. De hand zou nadien gepekeld zijn en “zongedroogd”. De hand zou indien men ze als kandelaar gebruikte een verlammend effect op de omgeving hebben. Volgens de mythe zouden inbrekers ze gebruikt hebben! Al deze informatie komt van een der suppoosten hoor. Het museum had wel een impact en deed ons terugdenken aan het ‘Pitt Rivers’-museum van Oxford. Zo, nog een tweede Oxford-connectie!

Tot slot: Whitby is zeker een volledige dag waard en tijdens zeer warme dagen kan je aan de westzijde van de monding van de rivier ook nog van strand genieten.

Alle info: www.visitwhitby.com

DSC_0077DSC_0076